vrijdag 5 januari 2024

Nuwara Eliya

 


De volgende dag rijden we met de bus naar het station in Kandy en zullen de trein nemen die gaat naar Ella. We zullen van de trein afstappen in Nanuoya. De treinrit voert ons dwars door de indrukwekkende bergen, langs kleine watervalletjes en groene theeplantages.

Het treinstation van Kandy heeft aan de voorkant zowel een modernistische als een Victoriaanse architectuur. Het stationsgebouw aan de voorkant heeft gebogen vormen en lange horizontale lijnen. Het maakt gebruik van betonmassa om een geometrische vorm te creëren. Het ziet er eigenlijk een beetje somber uit. De structuur die de perrons beschut is van een ouder Victoriaans ontwerp. De structuur vertoont stijlvolle bogen en ingewikkeld metaalwerk. In 2008 is het treinstation gerenoveerd en gerestaureerd. Opvallend zijn de bruine houten informatieborden die aangeven op welk perron je moet zijn en waarop je de vertrektijd van de trein kan zien. De tijd kan je aflezen op een analoge klok. De bestemming kan je lezen in 3 talen, nl het Singalees, Tamil en het Engels.

Toen ik op het perron stond merkte ik op dat de afstand tussen de spoorstaven tamelijk breed is. Dit is toch meer dan bij ons in Europa. De spoorwijdte is in Sri Lanka 1676 mm, wat breedspoor wordt genoemd. De spoorwijdte in Europa is meestal 1435 mm, wat normaalspoor wordt genoemd. Ik merk ook dat de ijzeren spoorstaven niet perfect tegen elkaar kwamen. Hiertussen zat er duidelijk een opening.  

Er zijn verschillende klassen op de trein. In eerste klasse heb je het meest luxe en aan beide kanten van de trein twee zitjes. De stoelen zijn van stof en zijn naar achteren verstelbaar. Er is airconditioning aanwezig. De ramen en de deuren kunnen niet open. In tweede klasse heb je ook aan beide kanten van de trein twee zitjes. De stoelen zijn van leer/plastic. De ramen en deuren kunnen hier wel open. Dit is perfect voor het maken van leuke foto’s. In de derde klasse heb je harde bankjes. Aan de ene kant heb je twee zitjes en aan de andere kant heb je drie zitjes. Het is er niet erg ruim. Wel kunnen hier ook de ramen en deuren open. Deze klasse wordt eigenlijk altijd door de locals gebruikt en het kan hier behoorlijk druk zijn. Het is mogelijk dat mensen in de trein staan tijdens de treinrit. Met de groep reisden we in tweede klasse met gereserveerde plaatsen.

Houd er echter rekening mee dat ze in Sri Lanka niet zo precies zijn met de tijd en het kan dus voorkomen dat de trein later vertrekt. Onze groep zit achteraan op de trein. De treinconducteur stond aan de deuropening en deed de rode vlag naar beneden en begon met de groene vlag te zwaaien. Het ongeveer 4 uur durende treinavontuur kan beginnen en dit met een beetje vertraging. Op het traject heb je één spoor en op bepaalde plaatsen heb je een dubbel spoor. Zo is het mogelijk dat de treinen elkaar kunnen kruisen.

De trein gaat nergens harder dan 40 kilometer per uur waardoor je alles goed in je op kunt nemen. Doordat de deuren en ramen van de trein de gehele reis open staan kan je genieten van de prachtige uitzichten. Je kan in de deuropening gaan zitten en sommigen hangen aan de deuropening naar buiten toe. Ook ga je regelmatig door tunnels en staan er soms ijzeren palen met borden of bomen met pijnlijke scherpe takken langs het spoor. Het was steeds opletten dat je op dat moment niet uit een deur of raam hangt met een lichaamsdeel. Er zijn blijkbaar al mensen hierdoor uit de trein gevallen.

De trein zal regelmatig stoppen in veelal oude spoorwegstations. In sommige stations is het een drukte van jewelste. Nu de trein gestopt is kan ik op een veilige manier een foto van mezelf laten nemen terwijl ik aan de deur hang naar buiten toe. Ik merk ook op dat er soms mensen over de sporen lopen. Je hebt hier dus spoorlopers. Het was zelfs schrikken toen ik zag dat er mensen in een tunnel liepen terwijl de trein hen passeerde. Dit zag er wel gevaarlijk uit in deze donkere tunnel.

In het begin van de treinreis passeert de trein rakelings langs gebouwen en huizen. Grappig om te zien was de tuktuk bestuurder die de trein probeerde te volgen op de weg die langs de spoorlijn lag. Hij zwaaide naar ons op de trein en hij had er duidelijk plezier in. Naarmate de treinreis vorderde komen we meer in een groene omgeving terecht en de trein kronkelt zich verder in het landschap met bomen en rivieren. Nog een beetje later wordt het landschap bergachtig en konden we de theevelden en theeheuvels zien. Af en toe zag je een theeplukker in de groene theeplantages. Het was ook genieten van het prachtig uitzicht op een waterval tijdens de treinreis. Deze treinreis is zeker een hoogtepunt van deze reis. We stappen af van de trein in Nanuoya en wandelen naar onze bus. Onze buschauffeur is hier ook reeds aangekomen.

In Sri Lanka wordt al jaren de wereldberoemde Ceylon thee geproduceerd. De koele theeheuvels van Nuwara Eliya zijn hiervoor de ideale omgeving. In Nuwara Eliya zie je theestruiken zover je kan kijken. De bus stopt op een plaats waar we verschillende theeplukkers aan het werk kunnen zien. Ze dragen allen op de rug een grote draagzak waarin ze de geplukte blaadjes doen. Het is een prachtig zicht om de kleurrijke theeplukkers aan het werk te zien op één van de met theestruiken bedekte heuvels. Ze worden Tea Tamils genoemd. Die naam dragen de theeplukkers doordat hun voorouders in de negentiende eeuw door de Britse koloniale macht uit de Indiase deelstaat Tamil Nadu naar Sri Lanka zijn gehaald. Hen werd goed betaald werk op overzeese plantages beloofd. In werkelijkheid waren de lonen laag. Volgens een onderzoek heersen er op de theeplantages in Sri Lanka nog altijd mensonterende omstandigheden. De plukkers worden nog steeds zwaar onderbetaald. Per dag moeten de arbeiders tenminste 18 kilo plukken om 1000 Sri Lanka Roepi (ongeveer 3 Euro) te ontvangen. Sommige toezichthouders betalen de arbeiders nog minder dan dat. Er waren theeplukkers die vertellen dat ze maaltijden moesten overslaan en hun kinderen naar het werk stuurden om hun te lage inkomsten te compenseren. Een fatsoenlijk inkomen en goede werkomstandigheden is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Meer dan 300000 Sri Lankanen werken op de plantages en de thee-export levert het eiland naar schatting 1,42 miljard Euro op.

Voor het middageten rijden we naar The Grand Hotel Nuwara Eliya. Het ligt op de heuvel Nuwara Eliya en grenst aan de golfbaan van Nuwara Eliya. Het hotel wordt omgeven door tropisch groen en bevindt zich daardoor in een koel klimaat. Het hotel is gebouwd in de stijl uit het Elizabethaanse tijdperk. Het Elizabethaanse tijdperk is het tijdperk tijdens het bewind van koningin Elizabeth I (1558-1603) in Engeland. Historici schilderen het vaak af als de gouden eeuw in de Engelse geschiedenis. Het oorspronkelijke gebouw, een gelijkvloerse bungalow, genaamd “Barnes Hall”, werd gebouwd als de vakantieresidentie van Sir Edward Barnes. Luitenant-generaal Sir Edward Barnes, was een Britse soldaat die de vijfde gouverneur van Ceylon werd in 1828.

Ik wandel in het hotel op de benedenverdieping en kan genieten van het interieur in de verschillende grote zalen. Zo is er een salon die me terugbrengt naar het koloniale verleden van Engeland. Het interieur met zijn antieke meubels creëren een elegante ruimte en sfeer. Over het geheel is de Engelse inrichting vrij donker en kan het daardoor soms een beetje benauwend aandoen. Na het eten maak ik nog een wandeling in de tuin voor het hotel.

Eigenlijk ontdekken we hier een stukje Engeland in hartje Sri Lanka. Ik kan hier naast het golfterrein ook de ingang van de Royal Turf Club zien. Hier in Nuwara Eliya is er nog een renbaan en worden er paarden races gehouden. De racebijeenkomsten worden geleid door de Royal Turf Club.

Na het middageten rijden we naar het bedrijf Pedro Tea Estate in de regio. Dit is het grootste en oudste bedrijf in Sri Lanka dat thee produceert. Hier leer je meer over het proces van thee maken. Bij onze aankomst krijgen we allemaal een groene short om aan te doen tijdens de rondleiding in het bedrijf. Het bedrijf heeft 1300 medewerkers waarvan 700 plukkers.

Als een theestruik vier jaar oud is, kan er voor het eerst worden geoogst. De meeste thee wordt met de hand geplukt. De thee komt in zakken aan in de fabriek. Eerst worden de verschillende zakken met theeblaadjes gewogen. Nadien gaan ze naar een droogkamer. Je kan in deze ruimte zien dat de theebladeren over een grote oppervlakte verspreid liggen op een rooster van een droogmachine. Hier laten ze de theebladeren verwelken of verflensen door ze bloot te stellen aan lucht en warmte. Dit vermindert het vochtgehalte van de bladeren en maakt ze soepeler voor de volgende stap. Daarna komen we in een ruimte terecht waar verschillende machines staan. Deze machines die je hier in het bedrijf ziet zijn zeker niet meer van de jongsten. Daarna volgt het proces van rollen. Dit is het kneuzen of breken van de theebladeren door ze te rollen, draaien of persen. Dit zorgt ervoor dat de celwanden van de bladeren beschadigd worden en dat er sappen vrijkomen die rijk zijn aan enzymen en polyfenolen. Deze stoffen zijn verantwoordelijk voor de kleur, de geur en de smaak van de thee. Daarna volgt het oxideren in het proces. Dit is het laten reageren van de enzymen en polyfenolen in theebladeren met zuurstof. Dit verandert de chemische samenstelling en het uiterlijk van de bladeren. Ze worden donkerder en ontwikkelen hun aroma en smaak. Dit wordt soms ook fermenteren genoemd. In een droogoven wordt het laatste beetje vocht onttrokken aan de geoxideerde theeblaadjes. Dan worden ze gezeefd en door schudden op grootte gesorteerd. Aan het eind van het proces worden de blaadjes gesneden of vermalen en dat is het punt waarop de smaak wordt bepaald. Vermalen blaadjes hebben een sterkere smaak, grove blaadjes hebben een minder sterke smaak. Ieder 24 uur wordt hier 2500 kilo thee geproduceerd. De thee wordt in bulk verpakt om in de theefabrieken in zakjes verpakt te worden. Na een smaak en kwaliteitscontrole worden ze verscheept naar theeliefhebbers in de wereld.

Na de rondleiding in de fabriek kunnen we genieten van een kopje vers getrokken thee. Vervolgens kunnen we in de winkel thee kopen om mee te nemen naar huis.

Vervolgens vertrekken we naar het hotel. Hier worden we verwelkomd en krijgen een rode stip op ons voorhoofd, zoals de traditionele decoratie die wordt gebruikt door Hindoevrouwen. De decoratie wordt gedragen omdat het vrouwen en hun echtgenoten zou beschermen. Deze rode stip symboliseert het spirituele derde oog ofwel de voorhoofdchakra. Deze rode stip zetten ze hoger op het voorhoofd bij een getrouwde Hindoe vrouw en lager op het voorhoofd bij een niet getrouwde Hindoe vrouw. In het hotel volgde nog een welkomst ritueel waarbij iedereen van de groep één kaars mocht aansteken op een kaarsenhouder. Ik kreeg hier de presidentiële suite in het hotel, want het was een grote en dubbele kamer waarin ik mocht overnachten.

De volgende dag stoppen we eerst aan de Seetha Amman Kovil tempel gelegen in de heuvels nabij Nuwara Eliya om hem te bezoeken. Deze hindoeïstische tempel is gebouwd volgens de Zuid-Indiase architectuur. De Seetha Amman tempel werd gebouwd door Tamil landarbeiders die in de 19de eeuw naar Sri Lanka kwamen. Het is een tempel die gewijd is aan prinses Seetha, de vrouw van Lord Rama.

Aan de buitenkant is het een roodachtige tempel versierd met verschillende goudkleurige beelden. Om binnen te gaan kijken moet je terug je schoenen uitdoen en achterlaten aan de ingang. Binnen in de tempel wordt er weer gebeden en de goden vereerd. Buiten kon je een beek zien die vanaf een heuvel achter de tempel loopt. Aan de achterkant van de tempel kan je ook apen zien rondlopen.

Volgens het Indiase epos Ramayana heeft koning Ravana de Indiase prinses Seetha gevangen genomen. Dit gebeurde bijna 5000 jaar geleden. Het was hier op deze locatie waar koning Ravana prinses Seetha vroeger gevangen hield. De beek die achter de tempel loopt voorzag in de behoeften van prinses Seetha toen ze hier haar dagen doorbracht. De beek werd door haar gebruikt om een bad in te nemen. De rots naast de beek wordt verondersteld de plaats te zijn waar ze dagelijks zat te bidden. Ze bad voor haar man Rama om haar te komen redden. Rama kreeg de hulp van apengod Hanuman om haar te redden. Volgens de legende is de locatie van de tempel de plek waar de apengod Hanuman probeerde Seetha te redden uit de klauwen van Ravana. Ik kon een grote afbeelding zien van apengod Hanuman met zijn staart op het terras naast de tempel en met uitzicht op de beek. De mensen geloven dat de cirkelvormige afdrukken op sommige rotsen langs de beek te wijten zijn aan de voetafdrukken van apengod Hanuman en dat de plek speciaal is. Ik kan hier een gigantische voetafdruk zien op een rots. Eigenlijk zie ik enkel maar ronde gaten in de rots en rond deze twee gaten kan je een geschilderde goudkleurige rand zien die de omtrek van een voet voorstelt.

Een eeuw geleden waren er drie afgodsbeelden in de rivier ontdekt, waarvan er één van Seetha was. Daarom worden deze afgoden al vele jaren op deze plek aanbeden. Veel van de mensen geloven dat de fase van het epische verhaal van Ramayana hier heeft plaatsgevonden. De Seetha Amman Kovil tempel heeft afgodsbeelden van Lord Rama, Seetha en Hanuman.

Na dit bezoek rijden we verder naar de Nine Arch bridge of een oude spoorwegbrug met negen bogen. Grappig was ook om te zien dat langs de weg een zestal arbeiders liepen die allen een meterslange buis droegen. Ze droegen allen hun teenslippers en geen veiligheidsschoenen. Ze moesten eigenlijk nog ver gaan om de werf te bereiken. Na de rit bereiken we met de bus het restaurant van Ella Flower Garden Resort. Op deze weg is het nog een klein stukje rijden naar een plaats waar er een kleine en kleurrijke Hindoetempel staat. Vanaf hier gaan we te voet in dalende lijn naar beneden door de bossen op weg naar de negen bogen brug. Deze weg heeft de passende straatnaam “Nine Arch Bridge Jungle Road”. Tuktuks kunnen je een stuk naar beneden rijden op een geasfalteerde weg. Daarna moet je wandelen op bospaden en kom je aan bij de viaductbrug met negen bogen. Deze brug is een mooi voorbeeld van de aanleg van spoorwegen uit het koloniale tijdperk in het land. Ik ben nu ook een spoorloper en ga aan de kant staan nabij de ingang van de spoorwegtunnel. En nu is het wachten tot de trein komt. Langzaam komt de trein af en dendert met veel getoeter over de brug. Je ziet weer mensen aan de deuropeningen van de trein zitten en je ziet ze hangen uit ramen en deuren. Vervolgens verdwijnt de trein in de tunnel. Een leuk spektakel om te zien. Nadien gaan we via dezelfde weg terug naar boven. Langs de weg naar boven kan ik nog twee vrouwen zien aan een regenput. De ene oudere vrouw deed de was en de andere vrouw was zich aan het wassen.

Daarna doen we een wandeling naar Little Adam’s Peak. Dit is een heuvel net buiten het centrum van Ella. We passeren de Ravana pool Club. Hier kan ik een grote schommel zien, nl de Ella swing. Dit is hier een adrenaline gedreven activiteit van de Ravana pool Club. Met een touw onderaan de schommel brengt een man de schommel in beweging. Je heb op de schommel een mooi panoramisch uitzicht over het gebergte Ella Rock die aan de overkant van de vallei ligt. Het moet wel een geweldige ervaring zijn om dit te doen.

We wandelen verder en arriveren bij een trap. Op dit platform kan ik een klimmuur zien. Daarnaast is er een beetje hoger een kabelbaan waar je met een snelheid van 80 km/u over een afstand van meer dan een halve kilometer naar beneden kan glijden. Dit biedt een panoramisch uitzicht op het gebergte en de natuur hier. Vanaf dit punt is het nog zo’n 15 tot 20 minuten klimmen naar de top van Little Adam’s Peak. Tijdens onze tocht naar boven komen we een Sri Lankaan tegen die gisteren ook in onze wagon zat op de trein. Hij herkende ons direct. Na de trap volgt een onverhard pad naar omhoog. Boven kunnen we in alle richtingen kijken en genieten van de rotsformaties, gebergte en de groene natuurpracht. Boven stonden er ook verkopers met kokosnoten. Nadien keren we terug naar het restaurant. Vanaf de Ravana pool club nemen we een andere weg en wandelen dan door een prachtige theeplantage. Langs deze weg staan er vele kramen waar je iets kan kopen om te eten of te drinken. Ook zijn er kramen waar je kokosnoten kan kopen.

We komen aan in het restaurant van Ella Flower Garden resort, dat op ongeveer 1,5 km van het centrum van Ella ligt. Je kan buiten op het terras zitten met een mooi uitzicht op een heuvelrug met theeplantages en het gebergte aan de andere kant van de vallei. Ook kan je hier genieten van de natuurpracht en van een bloementuin. Na het middageten rijden we door naar de Ravana waterval.

Vanop de hoofdweg kan je reeds de Ravana waterval bewonderen. De Ravana waterval heeft een daling van ongeveer 30 meter. Het is eigenlijk een brede waterval en het water valt over verschillende stappen naar beneden. De naam van de waterval is afkomstig van koning Ravana, die ooit geregeerd heeft in Sri Lanka en die ook besproken is tijdens het bezoek aan de Seetha Amman Kovil tempel. De schoonheid van deze waterval ligt in het feit dat het ligt tegen de opvallend mooie achtergrond van bergen. Je hebt beneden een platform om naar de waterval te kijken. Ik wandel vervolgens via de brug van de hoofdweg naar de andere kant van de waterval. Ik ga nu naar een hoger gelegen plaats langs de waterval, vanwaar ik een ander zicht krijg op de waterval. Ik kom hier ook 2 Sri Lankanen tegen die zich aan het wassen zijn terwijl ze onder een buis staan waar het water uitstroomt. Er zitten mensen op de rotsen aan het baden of zwemmen op een plaats waar het mogelijk was. Hier aan de waterval kom ik ook moslims tegen. Beneden kan je kramen vinden waar je iets kan kopen om te eten. Ik zag hier een man die bezig was met maiskolven schoon te maken door de groene of gele bladeren eraf te trekken. Ook zag ik andere mensen bezig met het koken of grillen van de maiskolven. De volledige maiskolf zat op een stok en men draaide de kolf in het vuur dat onder de pot was.

Daarna vertrekken we naar de boeddhistische Buduruwagala tempel. Om deze tempel te bereiken rijden we met de bus op onverharde wegen in een natuurgebied. Hier ligt ook het meer van Buduruwagala. Dit natuurgebied is wel een goed verborgen mooie plek in Sri Lanka. Zolang die plaats verborgen is, zal de schoonheid ervan behouden blijven. Buffels zijn aan het grazen op de groene vlaktes langs het water.

Na een korte wandeling in een bos bereiken we de boeddhistische tempel van Buduruwagala. Aan de ingang kan je nog een lotusbloem kopen bij het bloemenmeisje. De tempel is gelegen in het midden van een bos en het is hier tamelijk rustig. Er zijn hier eigenlijk niet zoveel andere toeristen te zien.

De naam Buduruwagala is afgeleid van de woorden Boeddha (Budu), beelden (ruwa) en steen (gala) en betekent “de rots van Boeddhistische sculpturen”. De tempel bestaat uit een steile rotswand met hierin 7 beelden gehakt. De beelden dateren uit de 10de eeuw. De grootste staat in het midden en is een 17 meter hoge Boeddha. De Boeddha heeft een hand omhoog als teken van bescherming voor zijn volgelingen. Het gigantisch Boeddhabeeld draagt nog steeds de sporen van zijn oorspronkelijk gepleisterde gewaad en een lange strook oranje suggereert dat het ooit helder beschilderd was. Naast de Boeddha staan aan weerszijde verschillende beelden. Aan de linkerkant kan je zien dat de middelste van drie figuren in het wit geschilderd is. Dit zou de boeddhistische mythologische figuur Avalokitesvara zijn. Rechts van deze wit geschilderde figuur staat een vrouwelijke figuur waarvan gedacht wordt dat het zijn partner is. Deze figuur stelt de godin Tara voor. Dit zijn figuren uit het Mahayana-boeddhisme. Deze vorm van Boeddhisme gelooft dat je ook in één leven de staat van volledige verlichting kunt bereiken en dat dit voor iedereen is weggelegd.

Colombo

  Ayubowan, zo begroet ik U op de Sri Lankaanse wijze bij het begin van mijn reisverslag. Hierbij wens ik U dan ook zoals in Sri Lanka een l...