vrijdag 5 januari 2024

Colombo


 
Ayubowan, zo begroet ik U op de Sri Lankaanse wijze bij het begin van mijn reisverslag. Hierbij wens ik U dan ook zoals in Sri Lanka een lang leven toe. Sri Lanka, historisch bekend als “Ceylon”, wordt de parel van de Indische Oceaan genoemd. Het is echt een paradijslijk eiland dat veel te bieden heeft. Ontdek op het eiland de rijkdom aan geschiedenis, de koningssteden, de natuurpracht, de wildparken, de cultuur, bergachtige theeplantages, de gastvrijheid en de glimlach van de bevolking. Ik heb in Sri Lanka een rondreis van twee weken gedaan met Tui . Voor deze rondreis waren we met een groep van 22 mensen. Het was een mix van jonge mensen en meer ervaren reizigers, wat voor een fantastische groepsdynamiek zorgde. Ziezo we kunnen beginnen aan de reis in het “wonder van Azië”.

Bij aankomst in de luchthaven van Colombo komen we in contact met reisleider Manu, de buschauffeur Jannaka en bijrijder Ravi. Direct bij onze aankomst gaan we met de groep de bruisende hoofdstad gaan verkennen en doen we een stadsrondrit. De eerste stop is aan de Wolvendaal kerk. Deze kerk werd in 1749 gebouwd door de “Vereenigde Oostindische Companie” in het toenmalige Ceylon. Het was in die periode een Nederlandse kolonie. Het is de enige kerk in Colombo die in koloniale tijd door de compagnie werd gebouwd. De naam Wolvendaal is wellicht te relateren aan de toen aanwezige jakhalzen. Op het hek rondom de kerk kan je nog het VOC logo zien. Eigenlijk heeft de kerk hoognodig een renovatie nodig.

Vervolgens trekken we naar het stadscentrum waar we wandelen op een markt in de bruisende wijk Pettah, één van de oudste delen van de stad Colombo. Dit is de beste plek om ingewijd te worden in de lokale Sri Lankaanse drukte en om de geluiden en de geuren op te nemen, alsook om een voorproefje te krijgen van het leven in Colombo. Het gaat er hier een beetje chaotisch aan toe. Markten zijn waar mensen hun leven leiden, hun brood verdienen en benodigdheden kopen. Hier zie je op de markt dat men volgeladen karren vooruit trekt en dat de tuktuks en brommers manoeuvreren tussen de mensen die op de markt lopen. Nabij deze markt kan ik de prachtige Jami-Ul-Alfar moskee zien. Het is een opvallend rood-wit gestreept gebouw van twee verdiepingen, met hoge minaretten en koepels. De koepels zijn gebouwd in de vorm van een granaatappel. Het is een historische moskee en een populaire toeristische bezienswaardigheid in de stad. De bouw van de Jami-Ul-Alfar moskee begon in 1908 en het gebouw werd voltooid in 1909. De moskee werd gebouwd in opdracht van de lokale Indiase moslimgemeenschap, gevestigd in Pettah, om hun vereiste vijfmaal daagse gebed op vrijdag te vervullen. De moskee werd gebouwd in wat de Indo-Saraceense stijl wordt genoemd.

Nadien rijdt de bus naar de Lotus Tower of communicatietoren. Het is een 351,5 meter hoge toren. Het wordt aanzien als een symbolisch monument van Sri Lanka. De lotusvormige toren wordt gebruikt voor communicatie, observatie en andere recreatieve voorzieningen. De bouw heeft naar schatting 113 miljoen dollar gekost. De bouw begon op 20 januari 2012 na een eerstesteenleggingsceremonie. De site ligt aan de waterkant van het Beira meer.

Na een eenvoudige lunch gaan we naar het onafhankelijkheidsplein in de Cinnamon Gardens. Daar zien we de Independence Memorial Hall. Het is een nationaal monument in Colombo gebouwd ter herdenking van de onafhankelijkheid van Sri Lanka op 4 februari 1948. Er kwam toen een einde aan de Britse overheersing. Het monument werd gebouwd op de locatie waar de formele ceremonie plaatsvond, die het begin van zelfbestuur was. Rond het monument kan je verschillende kleine leeuwenbeelden zien. Gelegen aan het hoofd van het monument kan je het standbeeld zien van de eerste premier Don Stephen Senanayake en ook is zijn standbeeld omringd door vier dreigende stenen leeuwen met uitstekende ogen. De leeuw is een symbool van het eiland en kan je ook in de Sri Lankaanse vlag zien. De meeste van de jaarlijkse nationale Onafhankelijkheidsdag vieringen zijn hier gehouden. Momenteel is het de locatie voor religieuze evenementen en jaarlijkse nationale feestdagvieringen. Aan de buitenkant van het monument kan je op de vier hoeken een grote pot zien. Deze potten betekenen rijkdom, overvloed en welvaart. Het interieur van de hal wordt ondersteund door 60 pilaren versierd met beroemde Embekke-houtsnijwerk uit het 14e eeuwse Gampola koninkrijk. De versieringen op de pijlers zijn prachtige Sri Lankaanse ontwerpen.

Na dit bezoek maken we nog een korte stop bij een kolossaal standbeeld van Boeddha van ongeveer 12 meter hoog. Je ziet hier op deze locatie weer standbeelden van leeuwen met uitstekende ogen. Boeddha betekent “de verlichte” en is geen naam, maar een titel. Iemand die verlichting vindt is een Boeddha. Volgens de Boeddhistische theologie zijn er dan ook talloze boeddha’s. De bekendste Boeddha is Siddhartha Gautama. Hij was een spiritueel leider op wiens leer het boeddhisme is gebaseerd. Volgens de traditie leefde hij van ca. 450 tot 370 voor Christus in Nepal en India. De naam Siddhartha betekend: wiens doel is volbracht of van wie elke wens vervuld is.

Er zijn hier nog ander belangrijke gebouwen in Colombo. Je kan het BMICH congrescentrum zien dat gebouwd is tussen 1970 en 1973. Het gebouw heeft meer dan 1500 m² vloeroppervlak. Verschillende spraakmakende evenementen en tentoonstellingen zijn hier gehouden. Nabij het Viharamahadevi stadspark kan je het witte huis zien. Dit is het stadhuis in Colombo. Je kan een Boeddhabeeld zien in het stadspark dat kijkt in de richting van het witte huis. Het stadspark werd gebouwd door het Britse koloniale bestuur en is het oudste en grootste park van Colombo. Ook zijn we met de bus voorbij de statige ambtswoning van de president gereden en langs het Nelum Pokana theatergebouw. Het theater is een volledig uitgerust performance center, bedoeld voor grootschalige theaterproducties. Het theater bestaat uit twee locaties voor uitvoering, waaronder de grote zaal en een openlucht amfitheater.

We stoppen aan de hindoetempel Sri Kailawasanathan Swami Devasthanam Kovil. Dit is de oudste hindoetempel in Colombo. Opgedragen aan de goden Ganesha en Shiva, bestaat de tempel al meer dan twee eeuwen. Het is wel een mooie tempel. Op de geel gekleurde hoofdtoren zie je veel kleurrijke en gedetailleerde sculpturen en figuren. De tempel werd gebouwd door een groep Indiase Chetti handelaren die tweehonderd jaar geleden naar Sri Lanka verhuisden voor zaken.

Daarna vertrekken we naar het hotel in Colombo. Het hotel ligt ook aan het Beira meer. Aan de ingang van het hotel wordt onze bagage door een X-ray scansysteem gecontroleerd. In de namiddag hebben we vrije tijd en ik ga met een tuktuk naar de oudste Boeddhistische tempel Gangaramaya in Colombo. Het is gestart door de beroemde geleerde monnik Hikkaduwe Sri Sumangala Nayaka Thera in de laat 19de eeuw. De architectuur van de tempel toont een mix van Sri Lankaanse, Thaise, Indiase en Chinese architectuur. Bij mijn aankomst was er veel politie aanwezig. Dit komt omdat er een belangrijke politieke vertegenwoordiger van de Communistische partij uit China van de Vice premier hier vandaag op bezoek komt, nl Yuan Jiajun. Ik zag de limousine staan voor de ingang van de Boeddhistische tempel. Ik kon wel degelijk zien dat er Chinese vlag vooraan op de limousine stond. Yuan Jiajun werd ontvangen door de belangrijkste monnik in de Boeddhistische tempel. Tezamen gingen ze de tempel binnen en ze werden voorafgegaan door Kandy dansers en drummers in traditionele kledij. Het was allemaal indrukwekkend om dit spektakel te zien.

Ondertussen ging ik de tempel gaan verkennen tezamen met een Sri Lankaan, die me uitleg gaf over de verschillende ruimtes en bezienswaardigheden in de tempel. Ik kom eerst binnen in het Viharaya of beeldhuis. Aan de ingang van dit beeldhuis staat langs beide kanten een leeuwenbeeld. Het beeldhuis herbergt imposante Boeddhabeelden gekleurd in een levendige vitaliteit. De omringende muren zijn versierd en briljant geschilderd met ingewikkelde artistieke versieringen die belangrijk zijn voor de boeddhistische leer. Als ik aan de andere kant naar buiten ga kom ik op een binnenkoer terecht. Hier kan ik een witte stoepa zien, die zich in het midden van de tempel bevindt. Een stoepa is het symbool van het Boeddhisme. Het wordt voorafgegaan door een Samadhi Boeddhabeeld. Samadhi betekent in het Boeddhisme een geconcentreerde, ontspannen, naar binnen gerichte aandacht of meditatie, die voor een langere periode gehandhaafd wordt. Het beeld is gezet in een stenen mini tempel en het is gebeiteld uit een witte jade steen. Kleine olifantenbeelden staan voor deze stenen mini tempel.

Vervolgens ga ik naar een hoger gelegen verdieping en daar zag ik een Bodhiya boom die omgeven is door een hek. De Bodhiya boom is een grote heilige vijgenboom. Het is bekend dat Boeddha rond 500 v. Chr. verlichting onder een boom heeft bereikt. In een Boeddhistische tempel zal je steeds een beeldhuis, een stoepa en een boom vinden. Het is een belangrijke triade binnen een boeddhistische tempel. Opvallend is dat er een aftakking van de stam onder het hek door de ruimte groeit. Rond de boom kan je offertafels zien waarop lotusbloemen lagen en er werden hier ook kaarsen aangestoken. Nabij de boom zag ik vijf monniken tegenover de Chinese politiek gast Yuan Jiajun en de Chinese delegatie zitten. De hoofdmonnik was aan het speechen en Yuan Jiajun zat aandachtig te luisteren.

Vervolgens ga ik verschillende zalen binnen die ingericht zijn als een museum. Het is door de generaties heen aangevuld. Het eerste dat ik zie zijn verschillende oldtimers. Ik kan hier Boeddhabeelden, schilderijen, edelstenen, opgezette olifanten en krokodillen, waardevolle meubels, een handbediende lift, veel hout- en ivoorsnijwerken, oude artistieke werken, waardevolle antieke meubels, sierraden, vazen, oude geschriften, inscripties, een grote verzameling wapens en andere curiosa vinden. Echt wel een indrukwekkende collectie.

Nadien kom ik op een plaats waar veel boeddha beelden rustig zittend op gestapelde perrons staan. Het is eigenlijk een replica van het tempelcomplex van Borobudur in het centrum van het Indonesische eiland Java. Wat hier gebouwd is in de Gangaramaya tempel is eigenlijk een perfecte, indrukwekkende en esthetische imitatie van dit voorbeeld van oud Zuidoost-Aziatische architectuur.

Ik kom dan terecht in de relikwiekamer. In deze kamer bevinden zich heilige relikwieën van Boeddha. Relikwieën of relieken zijn overblijfselen die binnen bepaalde religies vereerd worden. In het boeddhisme speelt de verering van relikwieën een belangrijke rol. In deze ruimte zie je terug mensen bidden en lotusbloemen op tafels leggen. Ik kon hier weer een monnik zien die uitleg aan het geven was aan de Chinese delegatie.

Nadien verlaat Yuan Jiajun en de Chinese delegatie de tempel. Aan de ingang van de tempel stonden er veel professionele fotografen foto’s van de Chinezen te nemen. Ik stond tussen deze fotografen ook foto’s te nemen van de Chinese bezoekers. Er stond hier een verantwoordelijke voor de veiligheid en hij keek naar mij met een scheve blik. Ik had het gevoel dat hij aan het denken was wat ik hier tussen al die fotografen kwam doen. Ik kon bij de Sri Lankaanse bevolking meestal een glimlach zien. Helaas kwam er geen glimlach op het gezicht van deze verantwoordelijke voor de veiligheid.

Na dit bezoek vertrek ik tezamen met de tuktuk chauffeur en passeer ik vervolgens nog de monumenten en gebouwen die ik in de voormiddag reeds gezien heb. Ik kan hier langs een muur veel schilderijen zien. Blijkbaar zouden deze schilderijen regenvrij gemaakt zijn. De schilderijen worden niet beschadigd als het regent. Nabij het stadspark Viharamahadevi stopt de tuktuk chauffeur en maak ik vervolgens een wandeling in het park. Opmerkelijk waren de vele vleermuizen die ik bovenaan in de bomen zag hangen. De vleermuizen worden actief bij valavond en vliegen dan massaal rond. Bij de terugweg naar het hotel werden we opgehouden door een kolonne wagens. Ik kon zien dat het studenten waren die aan het feestvieren waren. Ik zag ze zwaaien met vlaggen van BCAS Campus (British College of Applied Studies). Na mijn aankomst in het hotel neem ik nog een frisse duik in het zwembad waar het water tamelijk warm aanvoelt.

Anuradhapura


 
Dames en heren, we vertrekken de volgende dag met de bus naar Anuradhapura. De stad werd in de 4de eeuw v. Chr. gesticht en was eeuwenlang (van 377 v. Chr. tot 1017 na Chr.) de hoofdstad van de Ceylonese koningen. De stad is een belangrijk boeddhistisch pelgrimsoord. Alvorens we in Anuradhapura aankomen stoppen we eerst nabij Chilaw waar we de Madampe Murugan hindoetempel gaan bekijken. Ik kan hier prachtige, indrukwekkende, kleurrijke en grote beelden aan de ingang zien. Lord Murugan is de godheid van de tempel. Je kan bij de ingang de beelden zien van Lord Murugan, Hanuman en Shiva. De tempel bevat ook beelden van de godin Parvati en van Ganesha. We hebben enkel de buitenkant van de tempel gezien en zijn niet naar binnen gegaan.

Na een korte stop voor een theepauze in Puttalam rijden we verder naar Anuradhapura. Onderweg kan je rijstvelden zien. De oogst op de rijstvelden is tweemaal per jaar. Langs de weg kan je ook veel kraampjes zien met allerhande fruit uit eigen tuin die ze willen verkopen. Ook passeren we een dorp waar er veel rode en witte vlaggen links en rechts van de rijweg stonden. Dit wijst op festiviteiten in de Boeddhistische tempel in het dorp. Boeddhisten geloven dat de wind die de vlaggen doet wapperen de zegen, de goedheid en het mededogen verspreidt over de wereld.

De politie kan je ook tegenkomen langs de weg die snelheidscontroles doen met hun lasergun apparaat. Je kan hier langs de weg geen flitspalen zien. Men is hier streng op de snelheidslimieten. Soms ging de snelheid van de bus naar beneden om de snelheidslimieten niet te overschrijden. Chauffeurs op de weg verwittigen dan andere chauffeurs als men politiecontroles opmerkt die snelheidscontroles doen. Ook kom je hier regelmatig politiecontroleposten tegen. Vooral bij punten waar je niet mag inhalen zijn ze populair. Hier stond een hek links en een hek rechts van de weg waarlangs de bus in slalom moest passeren.

Ook moest de bus stoppen voor een spoorweg opdat er een goederentrein op komst was. Er was hier geen spoorwegsignalisatie en ook geen slagbomen om het allemaal veilig te laten verlopen. Het verkeer werd gestopt door iemand die met een rode vlag stond te zwaaien.

Het verkeer verloopt chaotisch, maar er is orde in de chaos. Omdat ik eigenlijk tijdens mijn twee weken verblijf in Sri Lanka geen verkeersaccident heb gezien. Je deelt hier de weg met roekeloze tuktuks en scooters. Ze zigzaggen door het verkeer door. De verkeersregels zijn erg rommelig en de wegeninfrastructuur is vele malen minder dan bij ons in Europa. Soms is inhalen spannend. Als men wil inhalen merk je dat ze al over de middenlijn van de rijweg rijden om in te halen. Het is goed om te weten dat de meeste chauffeurs hier houden van een hoog tempo waarbij een weg met twee banen in de regel bereden wordt als een driebaansweg. De “middenbaan” is een inhaalbaan die door beide richtingen gebruikt wordt. Je ziet dus constant tegenliggers op je afkomen en toch wil de buschauffeur een tuktuk inhalen. Eigenlijk zou ik zelf nooit gaan inhalen in deze situatie. Ofwel gaan de tegenliggers een beetje uitwijken op de rijweg, ofwel zal er iemand op zijn rem moeten staan. Zo kwam het voor dat de buschauffeur in deze situatie hard op zijn rem stond om geen accident te hebben en vervolgens terug achter de tuktuk te rijden. Er wordt soms veel getoeterd in het verkeer. Ook kunnen er zwerfhonden op straat lopen of liggen ze zelfs een dutje te doen op de rijweg. De zwerfhonden gaan zeker niet voor je aan de kant. Andere dieren kan je ook op de rijweg tegenkomen zoals een waterbuffel, een olifant of zelfs koeien. Het gaat er hier een beetje spannend aan toe in het verkeer, maar het inhalen in het verkeer komt uiteindelijk wel goed. Nog spannender wordt het als men in het donker gaat rijden. Dan kan je fietsers tegenkomen zonder verlichting.

Je komt hier veel tuktuks tegen. Het is een veelvoorkomend openbaar vervoersmiddel hier. Het is eigenlijk een gemotoriseerde riksja waarin een aantal passagiers kan worden vervoerd. Voor de aandrijving wordt meestal een tweetaktmotor gebruikt die een karakteristiek toek-toek geluid voortbrengt, wat de naam verklaart. De plaatsen waar de chauffeur en de passagiers zitten is overdekt. Tuktuks hebben 2 wielen achteraan en 1 wiel vooraan. Hierdoor zijn ze zeer wendbaar in druk stadsverkeer. Soms zijn de tuktuks uitbundig versierd. Het is wel een vervuilend voertuig.

De mensen in Sri Lanka zijn meer gericht op het verbeteren van hun levensstandaard en welzijn, zoals het hebben van voldoende voedsel, drinken, gezondheid, onderwijs en inkomen. Ze zullen zich wel bewust zijn van de problematiek van de opwarming van de aarde, maar zijn er minder mee bezig. Zo zie je veel vervuilende voertuigen in het verkeer. Ik heb tijdens mijn reis hier geen zonnepanelen, windmolens of laadpalen gezien. Alhoewel is Sri Lanka een kwetsbaar eiland voor de gevolgen van de opwarming van de aarde, zoals een stijgende zeespiegel, extreme weersomstandigheden, verlies van biodiversiteit, watertekorten en voedselonzekerheid.

We passeren het Tabbowa Wewa meer in Karuwalagaswewa en maken een stop om te genieten van dit meer en de natuur. Hier kan je verschillende vogels spotten. Ook in de nabijheid hebben we verschillende waterbuffels en koeien gezien. We rijden verder en verkeersborden geven aan dat er olifanten de rijweg kunnen oversteken. Je kon zien dat er een afbakening met prikkeldraad is van natuurgebieden waar je wilde olifanten kan vinden. Er zijn hier vroeger al veel mensen gestorven door de wilde olifant. Om dit conflict tussen mens en wilde olifant te voorkomen heeft men prikkeldraad rond de natuurparken gezet. De beste tijd om wilde olifanten te spotten is in de droge periode, die in principe loopt van mei tot en met september. Omdat dan het grootste deel van het water in de parken is opgedroogd, waardoor de kans groot is dat de wilde olifanten op zoek gaan naar vers gras in het park. Op het heetst van de dag is het soms ook lastig om wilde olifanten te zien, omdat ze zich verschuilen in de schaduw.

We komen aan op het heiligdom Mihintale. Volgens gelovigen ontmoette koning Devanampiya Tissa (247 v. Chr.) hier de boeddhistische monnik Mahinda. Dat was het begin van het boeddhisme in Sri Lanka. Mihintale is daarom een heilige plek en de belangrijkste bedevaartplaats voor boeddhisten. Mihintale ligt op een heuvel en de meeste pelgrims beklimmen de gehele heuvel vanaf het beginpunt. Eerst gaan we via 103 treden naar boven. Je kan al verschillende aapjes bij het naar boven gaan zien die voor entertainment zorgen. Opletten want ze zijn ook op zoek naar eten bij bezoekers. Boven bereiken we een platform. Vanaf hier liepen we over heilige tempelgrond, dus moeten onze schoenen uitgedaan worden. Ook moet je tempelkledij dragen, dit wil zeggen dat je knieën en schouders moeten bedekt zijn. Je mag ook geen hoofddeksel dragen.

In het midden van het platform kan je een stoepa zien en eromheen kan je verschillende zuilen en ook boeddhistische gebedsvlaggen zien. Je kan de vijf kleuren blauw, geel, rood, wit en oranje op de vlag zien. De vijf gekleurde strepen van de vlag vertegenwoordigen de grondbeginselen van het boeddhisme. Blauw staat voor universele mededogen; geel voor de middenweg; rood voor zegeningen; wit voor zuiverheid en bevrijding en oranje voor wijsheid. De vlag is bedoeld om de eenheid van boeddhisten te symboliseren. De vlag zou ook gezien kunnen worden als een symbool van wedergeboorte van het boeddhisme in moderne tijden. De oorspronkelijke vlag is in 1880 ontworpen en toen ook voor het eerst uitgehangen. Pas in 1952 kreeg het boeddhisme een eigen vlag. Het boeddhistisch wereldcongres aanvaarde toen de vlag als symbool van het boeddhisme.

Vanaf dit platform kunnen we 3 beklimmingen doen. Eerst beklim ik de rots. Hier liggen de trappen niet recht en versmallen soms waardoor er maar 1 persoon kan passeren. Bovenaan de rots kan je ook een boeddhistische vlag zien wapperen. Op de top van de rots heb je een mooi uitzicht op de omgeving. Van hieruit kan ik ook de grote witte stoepa zien en aan de andere kant een groot wit beeld van een zittende Boeddha. Daarna ga ik via dezelfde trappen terug naar beneden. Vervolgens ga ik vanaf het platform via trappen naar boven en zal de grote witte stoepa van dichtbij gaan bekijken en nadien ook het grote witte beeld van de zittende Boeddha. Het is eigenlijk hier een prachtige plek met een mystieke sfeer. Na dit bezoek rijden we naar het hotel in Anuradhapura.

Tijdens het avondeten was er ook een grote groep Indiërs in het restaurant. Ze begonnen stiekem foto’s van ons te nemen. De Indiërs zijn gefascineerd door onze lichaamslengte. Indiërs zijn gemiddeld kleiner dan Europeanen. Maar vooral zijn ze gefascineerd door onze blanke huidskleur. India heeft een overwegend bruin getinte bevolking. Toch is de obsessie voor een lichte huidskleur in Indië al heel lang aan de gang en is de maatschappelijke situatie in de huidige tijd niet erg veranderd. In India wordt een donkere huid geassocieerd met armoede en een lagere kaste. Indiërs zijn ervan overtuigd dat blanken rijk zijn en de economie kunnen laten floreren. We voelden ons op den duur Boeddha of god die ze aanbidden. Ze waren supergelukkig als we ze uitnodigden om tezamen op de foto te staan.

In 380 voor Christus werd Anuradhapura voor het eerst hoofdstad van het Singalese Koninkrijk. Vervolgens is Anuradhapura ruim twaalf eeuwen lang het belangrijkste centrum van het eiland geweest. Het was toen de politieke en religieuze hoofdstad van Ceylon. Door de eeuwen heen had Sri Lanka, en ook Anuradhapura, te maken met invallen van Tamils, komend vanuit India. Verschillende Tamil koningen kwamen en werden weer verdreven. De stad werd grotendeels verwoest en grotendeels verlaten in 993 na Christus met een invasie vanuit Zuid India. De stad raakte in vergetelheid en bomen en planten overwoekerden het complex. Begin twintigste eeuw, in Engelse tijd, werd er gestart met de opgravingen van de oude stad Anuradhapura. Het uitgestrekte complex van Anuradhapura bevat een rijke verzameling van stoepa’s, tempels, monumenten, ruïnes en andere archeologische vondsten. Allen gebouwd tijdens het meer dan duizend jaar durende bewind van Anuradhapura over Sri Lanka. De hedendaagse stad Anuradhapura werd verplaatst in het midden van de twintigste eeuw om de site van de oude hoofdstad te behouden.

We vertrekken met de bus naar de oude stad en gaan naar de stoepa Ruwanweliseya. Aan de ingang van ons hotel kunnen we nog de kunstjes zien van een slangenbezweerder. Hij was vergezeld van een vrouw die een slang in de nek droeg en een aapje die een kostuum aanhad. De cobra was reeds uit het rieten mandje terwijl hij speelde op zijn fluit. Slangenbezweerders werden beschouwd als grote magiërs. Het lijkt alsof de slang meebeweegt op de muziek die de slangenbezweerder maakt met zijn fluit. Dit is echter niet waar. Cobra’s, die voornamelijk gebruikt worden voor het bezweren van slangen zijn namelijk doof. Doordat slangen visueel ingesteld zijn reageren ze niet op geluiden maar op beelden. Ze bewegen mee met de bewegingen van de fluit die de slangenbezweerder maakt wanneer hij speelt. De slang beweegt mee met de fluit omdat dit een natuurlijk vluchtmechanisme van de slang is. De slang maakt zich klaar om te vluchten, maar doet dit nog niet omdat er geen echt gevaar dreigt. Slangenbezweerders naaien vaak de bek van een slang dicht of steken er een speld doorheen zodat er geen kans is dat ze gebeten worden en worden geïnjecteerd met het dodelijke gif van de slang. Bezweerders geven de cobra’s vaak weinig te eten. Hierdoor vervellen ze veel omdat dit een uiting is van een slechte conditie. De cobra speelt een belangrijke rol in de symboliek van het hindoeïsme.

De stoepa Ruwanweliseya werd in 161 voor Christus gebouwd door koning Dutugamunu de Grote, ook bekend als Dutthagamani Abhaya. Hij was koning van het Anuradhapura koninkrijk die regeerde van 161 v. Chr. tot 137 v. Chr. Hij heeft heel Sri Lanka onder één koninkrijk verenigd. De stoepa werd ontworpen met de leer van Boeddha in het achterhoofd, waarbij de koepel staat voor uitgestrektheid. Het is één van de hoogste stoepa’s ter wereld. De stoepa heeft een diameter van 90 meter aan de basis en is 92 meter hoog.  In de 19de eeuw was de stoepa een oude ruïne. Na een collectie van een Singalese monnik werd de stoepa gerenoveerd in de 20ste eeuw. De gerestaureerde stoepa Ruwanweliseya werd  67 jaar na de start van het werk aan het publiek onthuld.  Tegenwoordig staat het hoog en majestueus en is het één van de meest bezochte sites door Sri Lankaanse boeddhistische pelgrims. De meeste mensen die hier zijn dragen voornamelijk witte kledij en ook kan je hier monniken opmerken in hun oranje-geel gewaad.

We zullen onze schoenen terug uit moeten doen en de gepaste “tempelkledij” hebben om de stoepa van dichtbij te kunnen bezoeken. We zien dat het terras waar de stoepa op rust aan de buitenzijde versierd zijn met honderden olifantenkoppen. Het lijkt wel alsof de olifanten de stoepa op hun schouders dragen. De olifanten hebben natuurlijk een betekenis. Ze herinneren aan het feit dat toen de koning Anuradhapura veroverde op de Tamils, hij er op een olifant heen reed. Op de vier hoeken van het terras kan je een kleinere witte stoepa zien. Nabij de toegangstrappen op het terras kan je het standbeeld zien van koning Dutugamunu de Grote. Tegenover het standbeeld en naast de stoepa Ruwanweliseya zie je een mini tempel staan met boeddha beelden. Voor deze mini tempel leggen de mensen lotusbloemen en zie je ze bidden met beide handen tegen elkaar. Ik heb mijn ontvangen lotusbloem daar ook achtergelaten. Langs beide zijden van de mini tempel werden er wierrookstokjes achtergelaten in een houder gevuld met zand. Een reukoffer heeft tot doel de goden gunstig te stemmen. De geur en het gebed stijgen met de rook omhoog. Eigenlijk staan er rondom de stoepa verschillende tafels met kleine Boeddhabeelden waar men geschenken en lotusbloemen legt en zie je op het terras veel biddende mensen. Ook kan ik zien dat er zelfs eten achtergelaten wordt op de tafels. Plots kunnen we hier een boeddhistische ceremonie volgen. Onder begeleiding van muziek zie je verschillende mensen een lange boeddhistische vlag dragen. De muziek komt van de Kandy dansers en drummers in traditionele kledij die voorop lopen in de stoet. Je zag dat de vlag achteraan afgerold wordt en zo konden meer mensen onder de vlag kruipen en deze dragen. Sommige toeschouwers raakten even de rand van de vlag aan en maakten dan een gebedsteken door de handen op elkaar te brengen. Uiteindelijk zag ik dat de vlag rond de witte onderkant van de stoepa werd geplaatst.

Vervolgens gaan we naar een belangrijke openluchttempel en Boeddhistisch bedevaart complex, waar de heilige Jaya Sri Maha Bodhi boom staat. Deze heilige boom is geplant in het historische Maha Megha Vana Royal Park in Anuradhapura, 288 voor Christus. Met een leeftijd van meer dan 2300 jaar is het de oudste levende door de mens geplante boom ter wereld. De belangrijkste reden voor de historische stad Anuradhapura om een heilige stad te worden was de Jaya Sri Maha Bodhi boom. De legende onthult dat deze oude boom groeide uit een tak van de heilige Bodhi-boom in Bodh Gaya (India), waaronder Boeddha verlicht werd. Zeven dagen lang bewoog de Boeddha zich niet van deze speciale plaats en ging hij op in zijn verworvenheid van wijsheid.

De Jaya Sri Maha Bodhi is gelegen op een hoog terras, ongeveer 6,5 meter boven de grond. De boom is omgeven door een gouden hek. De heilige boom is omgeven op een lager gelegen terras met andere bomen, genaamd “Parivara Bodhi”. Deze bomen zijn hier geplant voor de bescherming van de heilige boom. Soms heeft de boom te maken gehad met ernstige bedreigingen, en niet alleen van wilde olifanten. Twee stormen in 1907 en 1911 resulteerden in afgebroken takken. Een vandaal viel de boom in 1929 aan en hakte een andere tak af. In 1985 bestormden separatisten van de Tamil Tijgers de site en vermoorden 146 Singalees-boeddhisten op het bovenste terras.

Ook kon ik hier een Boeddhistische ceremonie volgen. Ik zie weer een stoet die voorafgegaan wordt door Kandy dansers en drummers in traditionele kledij. Verschillende mensen met witte kledij aan dragen een schaal met geschenken. De geschenken waren wel afgedekt met een doek. Ik zie dat andere mensen een gele paraplu dragen boven de dragers van geschenken. Er zijn anderen die de schaal kortstondig aanraken en dan de handen tegen elkaar brengen. Of ze leggen lotusbloemen op de schalen.

Vele pelgrims bezoeken de tempel dagelijks om te bidden en te mediteren. Je kan ze in groepjes bij elkaar zien zitten op de grond. Boeddhisten op het eiland hebben de gewoonte gehad om de meest heilige Bodhi-boom te bezoeken en te eren. De boeddhisten in het algemeen hebben een sterke overtuiging dat offers aan de Jaya Sri Maha Bodhi belangrijke en positieve veranderingen in hun leven zal teweegbrengen, alsook zorgt voor genezingen. In de openlucht tempel laten de bezoekers vele lotusbloemen, eten en andere geschenken achter. Ik zag op de tafel dat er een berg van geschenken ontstond. Alle geschenken werden op een hoopje gegooid. Ook hier op de tafels ontbreken de Boeddhabeelden niet. Je kan ook potjes met rijst zien staan op de tafels. Dit is een lange traditie onder de boeren om rijst aan te bieden. Ze zijn ervan overtuigd dat dergelijke aanbiedingen leiden tot een aanhoudende rijstproductie met weinig last van droogte en plagen, waaronder schade door olifanten.

Bij boeddhisten betekend de dood niet het einde, maar juist het begin van de overgang van het ene leven naar een nieuw leven. Zij geloven namelijk in de reïncarnatie.

Nadien vertrekken we met de bus naar het Abhayagiriya museum. We passeren de verschillende ruïnes van de oude stad Anuradhapura. Alvorens we het museum gaan bezoeken, krijgen we eerst een verfrissing aangeboden met een kleine banaan. Met een hakmes wordt het topje van de kokosnoot met enkele slagen er afgehakt. Met een rietje drink ik het water in de kokosnoot op. Zodra het water uit de kokosnoot is, kan je de kokosnoot helemaal openen. Eerst wordt er een stukje uit kokosnoot afgehakt dat als lepeltje kan dienen. Daarna wordt de kokosnoot in 2 stukken gehakt, zodat ik nu het witte vruchtvlees uit de kokosnoot kan uitlepelen. De vrucht is rijk aan ijzer, magnesium, vitamine B en C en dus goed voor de spieren. Sri Lanka produceert jaarlijks drie miljard kokosnoten. De kokosnoot is na thee één van de belangrijkste landbouwgewassen in Sri Lanka. Het is hier dan ook een belangrijk exportproduct.

Het Abhayagiri museum bevindt zich in het oude kloostercomplex van Abhayagiri Vihara in Anuradhapura. Het werd geopend voor het publiek op 13 juni 1992. Het belangrijkste doel van dit museum is om door middel van voorwerpen die werden teruggevonden op het Abhayagiri archeologisch complex te laten zien dat Sri Lanka een welvarend land was dat bloeide door internationale betrekkingen en een land was waar kunst en technologie opmerkelijk harmoniseerden. Het Abhayagiri museum is vernoemd naar een Chinese boeddhistische monnik die boeddhisme studeerde aan de Abhayagiri Maha Vihara van 411 tot 412 na Christus. Binnen in het museum kan ik beeldhouwkunst, ijzerwerk, kunstwerken, oude muntstukken, oude geschriften, edelstenen, mineralen en kettingen zien. Ik kan hier ook meer informatie vinden over religieuze gebruiken en het archeologisch onderzoek. Aan de buitenkant van het museum kan ik nog enkele opvallende WC potten zien.

Na dit museumbezoek gaan we naar een ruïne van een oude tempel waar we aan de ingang van het tempelcomplex een prachtige halfcirkelvormige maansteen onderaan een trap kunnen bewonderen. Je kan gedetailleerde afbeeldingen ontdekken op de maansteen. Het beeldhouwwerk van de maansteen moet de geest van de pelgrims beïnvloeden. De buitenste kring met de vlammende tongen maakt de pelgrim duidelijk dat hij als eerste stap de wereld met haar verlangens en begeerten de rug moet toekeren. Dan volgt de kring die duidelijk maakt wat het lijden in dit korte aardse bestaan inhoud. Het wordt gesymboliseerd door de dieren olifant, paard, leeuw en koe. Deze staan voor geboorte, ouderdom, ziekte en dood. De volgende kring, met bladeren en bloemen, symboliseert het binnendringen van verlangens en begeerten in de mens. Het moment dat de mens het verschil tussen goed en kwaad kan onderscheiden is aangegeven door een kring ganzen. Dan volgt de kring van bloeiende waterlelies, tekenen van beheerste verlangens. De lianen staan voor verbinding. De treden na de maansteen leiden omhoog naar het terras van het heiligdom. Hier stond vroeger een beeld van een Boeddha, een uitbeelding van het bereiken van verlichting.

Op een andere locatie zie ik aan de voet van de trap naar de tempel, aan beide zijden twee stenen wachters staan. Het zijn fraaie beelden die zijn uitgekapt uit rechthoekige platen met een ronde, vaak rijkversierde bovenrand. Het geeft de voorstelling van de koning weer in een gracieuze houding met een versierde tiara op het hoofd. In de ene hand houdt de wachter een vaas met bloemen en in de andere hand een bloeiende tak. Het zijn beide symbolen van voorspoed. Ik kan onderaan ook een dikbuikig figuurtje zien en is in die hoedanigheid een symbool van welvaart. In de trapleuning kan ik een versiering zien met een slangenkop.

Na het bezoek van deze tempelruïnes maken we een korte stop aan de Abhayagiri stoepa. Deze stoepa werd rond 69 voor Christus gebouwd door koning Walagamba. De totale hoogte van de stoepa is 72 meter hoog. In 1997 is men begonnen met de restauratie van de stoepa. Je kan zien dat de renovatie is gebeurd met vele bakstenen.

Daarna gaan we naar twee baden of de “Twin Ponds” gaan kijken uit de 6de en 8ste eeuw. Ze zijn bovendien bijna identiek en gebouwd door de monniken voor hun rituele wassingen. De grotere, zuidelijke vijver heeft een afmeting van 40 meter bij 16 meter en is 5,5 meter diep. De kleine , noordelijke vijver is 28 meter bij 16 meter en is 4,3 meter diep. De vijvers maken deel uit van het Abhayagiri Vihara kloostercomplex. Via een filtreer systeem en een put werd het water gezuiverd. De twee baden laten Singalees vakmanschap uit die tijd zien. Tussen 1950 en 1955 werden de vijvers, inclusief de omringende, lage muur, in hun oude aanzien hersteld.

Daarna bezoeken we de rotstempel van Isurumuniya Viharaya. Het is een heiligdom, dus moeten terug onze schoenen uit en blote schouders en knieën worden bedekt. De tempel werd gebouwd tijdens het bewind van koning Devanampiya Tissa (307 tot 267 voor Christus) die regeerde in Anuradhapura. Tijdens zijn bewind werden 500 kinderen van de hoge kaste gewijd en Isurumuniya werd gebouwd als een kloostercomplex om ze allemaal te huisvesten. Bij de pittoreske ingang van Isurumuniya is een rots te zien van ongeveer 20 meter hoog, een klein tempelgebouw, een beeldhuis en een tempelvijver. De twee rotsen naast de tempel symboliseren olifantspoten. De rots lijkt langs de ene kant van de tempel uit de tempelvijver te rijzen. Als je de rotsen van dichtbij gaat bekijken kan je bepaalde gebeeldhouwde figuren in de rots zien. Het reliëf met de uitbeelding van een badende olifant en een rustende jongeman op de rotswand bij de tempelvijver, getuigen van de intensieve contacten tussen Anuradhapura en het Pallava-rijk in Zuid India.

In het kleurrijke beeldhuis, dat ook aan de rots ligt kan je verschillende Boeddhabeelden bekijken en dit in vrijwel alle posities. Hier kan ik een liggende Boeddha zien van ongeveer 14 meter lang. De muur tegenover de liggende Boeddha is prachtig versierd met verschillende afbeeldingen die belangrijk zijn in de Boeddhistische leer. Daarna heb ik hier een museum bezocht met oude gebeeldhouwde stenen, zoals “De Lovers” en “The King’s Family”. In het museum kan ik ook een stenen zetel zien.

Ik ga nu de kleine rots gaan beklimmen naar boven. Via kleine, uit de rots gehakte treden, kom je boven. Hier boven heb je een mooi uitzicht op de omgeving en kan je ook de kleine witte stoepa van dichtbij bekijken. Deze stoepa werd in een latere periode gebouwd. Boven kan ik ook een kooi zien waar er muntstukken in liggen en rond het hek witte doekjes zijn vastgebonden. In de verte aan de achterzijde van de rotstempel kan je een prachtig aangelegd meer zien liggen. Dit meer is ooit aangelegd voor drinkwater en de irrigatie van de rijstvelden. Ook staat er hier een heilige boom, nu niet ommuurd en goed zichtbaar. Enkele monniken zaten gezellig te keuvelen rond de heilige boom.

Na dit bezoek keren we terug naar het hotel. In de namiddag trek ik, tezamen met enkele medereizigers naar het stadscentrum van Anuradhapura. Op weg naar het stadscentrum zie je op straat veel loslopende honden. Een muur langs de weg trok mijn aandacht omdat er veel mooie geschilderde afbeeldingen op te zien waren. In het stadscentrum zie je in het verkeer weer een mengelmoes van tuktuks, brommers, fietsers, kleurrijke bussen en auto’s. Je kan hier moderne winkelcentra vinden, alsook kan je kraampjes langs de weg zien waar ze vooral vers fruit, groenten en zelfs kruiden verkopen. Ook kom ik hier bedelaars tegen die op straat zitten en met een uitgestoken hand hopen om geld te ontvangen van anderen. Door hier in contact te komen met de bevolking, merk je dat ze behulpzaam willen zijn en ze doen dit met een glimlach. Het was even schrikken toen ik keek naar iemand zijn gebit tijdens zijn glimlach. Het tandvlees zag rond zijn tanden rood en dit wijst op een tandvleesontsteking. Hij had dus geen goede gebitsverzorging. Ook de verzorging van de nagels laat te wensen over. Tijdens de reis ben ik nog andere mensen tegengekomen met een slechte gebitsverzorging.

Tijd om even te genieten op een terrasje met een fris bier. Helaas is er hier geen terras te vinden en zeker geen bier. In een supermarkt kon ik het bier niet direct vinden bij de drankartikelen. Het was goed verborgen nabij de kassa’s in een bijna volledig afgesloten ruimte. Het loket in deze afgesloten ruimte is voorzien van tralies. Je betaalt je alcoholische dranken aan het loket en de rest van de aangekochte goederen betaal je aan de kassa in de supermarkt. Volgens het boeddhisme is het consumeren van alcohol een zonde die mensen moeten proberen te vermijden. Alhoewel iedereen echter de volledige vrijheid heeft om al dan niet alcohol te kopen en te consumeren. Er is hier nog een verouderde wetgeving van toepassing dat het voor vrouwen verboden is alcohol te kopen en te consumeren. Deze wetgeving is een dode letter, want elke vrouw kan zonder problemen alcohol kopen en consumeren. Bij de moslims is het gebruik van alcohol verboden, omdat in hun geloof het schade toebrengt aan de psyche en het lichaam en hierdoor de krachten van de mens aantast. Ook het kopen van alcohol is volgens de moslims slecht voor het lichaam en de ziel. Ongeveer tien procent van de inwoners in Sri Lanka is moslim. De Sri Lankaanse regering heeft wel de verkoop van alcohol op religieuze dagen verboden. Het is hier wel strafbaar om op openbare plaatsen, zoals straten, parken en bussen te roken en alcohol te drinken. Ik had wel het aangekochte blikje bier op straat direct uitgedronken, want ik had een grote dorst bij deze warmte. Het was wel mogelijk om bier te verkrijgen bij het avondeten in het hotel. Het nationale bier van Sri Lanka is Lion bier. Na de verkenning van het stadscentrum van Anuradhapura keer ik terug naar het hotel. Ik ga wel nog gaan kijken naar het Nuwara Wewa meer dat nabij het hotel was. Ik merk dat er veel opgedroogde stukken waren aan het meer en vanop een afstand kon ik er buffels en koeien zien grazen.

Sigiriya


 
De volgende dag vertrekken we naar de leeuwenrots in Sigiriya. De rots is van vulkanische oorsprong. Sigiriya behoort tot de Unesco werelderfgoedlijst en het wordt door de lokale bevolking ook wel het “achtste wonder” genoemd.

Het paleis bovenop de leeuwenrots werd gebouwd door Koning Kassapa nadat hij zijn vader, koning Dhatusena, had vermoord door hem levend in een muur te laten metselen. Eigenlijk was zijn halfbroer Mogallan de opvolger, maar Kassapa liet hem verbannen naar India. Bang voor de terugkeer van zijn halfbroer liet koning Kassapa het paleis bouwen bovenop de rots. Het paleis is tussen 477 en 495 na Chr. gebruikt door de toenmalige koning Kassapa. Het is in 7 jaar gebouwd en slecht 18 jaar bewoond geweest. Op de 200 meter hoge rots ging de koning genieten van zijn vrijheid. Uit onderzoek is gebleken dat de koning het hier vooral gezellig had met veel vrouwen. Toen Mogallan daadwerkelijk terugkeerde kwam het tot een oorlog met koning Kassapa. Deze pleegde uiteindelijk in 495 na Chr. zelfmoord waarna Mogallan alsnog de koning werd. Hij trok echter naar Anuradhapura en het paleis op de rots kwam in de vergetelheid. Later werd het paleis nog gebruikt als boeddhistisch kloostercomplex voor monniken, maar ook zij vertrokken na de 14de eeuw. Daarna raakte het vervolgens ernstig in verval. Pas tijdens de Britse kolonisatie in de 19de eeuw werd het paleis op de rots herontdekt.

Nabij de ingang van het domein kan ik het standbeeld zien van Senarath Paranavithna. Hij trad in mei 1923 toe tot de Archeologische dienst van Ceylon. Op 1 oktober 1940 was hij de eerste Archeologisch Commissaris en dit tot december 1956. Het jaar daarop in 1957 werd hij benoemd tot hoogleraar archeologie aan de universiteit van Ceylon.

Op weg naar de leeuwenrots passeren we de aangelegde tuinen van Sigiriya. De tuinen, die door grachten zijn omgeven, zijn ommuurde terrassen waarin vele waterpartijen voorkomen. Hier had je vroeger de koninklijke baden, lusthoven, botanische tuinen en oude bouwwerken.

Voor het beklimmen van de leeuwenrots hoef je geen olympische atleet te zijn. Een goede basis conditie is voldoende. In totaal loop je over ongeveer 1200 traptreden naar de top van de rots. Toch lopen er plots twee helpers naast mij, zonder iets te vragen. De ene begon mijn arm vast te pakken en de andere legde zijn hand op mijn rug om mij te ondersteunen als ik de trappen opging. Ik ben fysiek in orde en heb een goede conditie om deze inspanning zelfstandig naar boven te doen. Ik vroeg beleefd of men mij niet zou begeleiden. Helaas ze luisterden niet en ze zeiden dat ik mij geen zorgen hoefde te maken, want ik was de koning voor hen. Deze opdringerige helpers willen uiteraard voor hun geleverde diensten betaald worden. Uiteindelijk heb ik ze kunnen afschudden en zijn ze geld gaan vragen aan onze reisleider.

Via een wenteltrap halverwege de klim langs de rotswand bereik je een grot waar je gedetailleerde fresco’s van “wolkenmaagden” kan bewonderen. Je treft hier namelijk binnen op de rotswand beroemde fresco’s met hierop 22 sierlijke meisjes met ontbloot boven lichaam. Dat deze fresco’s vele reizigers weten te verwonderen blijkt uit inscripties die teruggaan tot de 8ste eeuw. Deze inscripties zijn gegraveerd in de zogenaamde spiegelmuur of spiegelwand, buiten net voorbij de fresco’s. Het is een simpele oranje-bruine muur met een beschermende rol aan de buitenkant van het looppad. Het is deze muur waar de vroegere reizigers hun indrukken van de fresco’s op schreven. Helaas zijn er de laatste jaren heel wat andere teksten doorheen gekrast, waardoor het haast onmogelijk is om de oude inscripties te lezen. Deze smalle trap moet zowel mensen omhoog  als mensen omlaag brengen. Opstoppingen zijn dus aan de orde.

Halverwege de klim kun je even uitrusten op een groot plateau en ontdek je meteen waar de naam van deze plek vandaan komt. Hier was ooit een enorme leeuw uit de rots gehakt, maar helaas zijn daar alleen nog de poten van over. Deze kolossale leeuwenpoten kan je zien op dit plateau langs beide kanten van de trap. Vanaf hier is het nog een flinke klim, maar eenmaal boven wordt de inspanning beloond met een geweldig uitzicht. Als je boven bent bevind je je te midden van de indrukwekkende ruïnes en overblijfselen van het oude koningspaleis. Er stond hier vroeger een prachtig paleis, voorzien van mooie tuinen en baden. Ik ervaar op een bepaalde plaats een stevige wind. Ook heb ik hier een grote hagedis zien rondlopen. Het is indrukwekkend om dit allemaal te zien en zeker de moeite waard om de rots te beklimmen. De leeuwenrots is zeker een hoogtepunt tijdens deze reis.

Nadien keer ik langs dezelfde weg via de trappen terug naar beneden. Op een bepaalde plaats zagen we een Sri Lankaanse man in traditionele kledij met een slang rond zijn nek. Hij nodigde ons uit om ook de slang vast te pakken en hij zou ze rond je nek leggen. Enkel de dappersten in de groep hebben de slang rond hun nek laten leggen.

Daarna rijden we met de bus naar een klerenwinkel. Kleding is ook een belangrijk exportartikel van Sri Lanka. In de winkel krijgen we eerst uitleg over de textielindustrie in Sri Lanka, terwijl er iemand een demonstratie geeft van het maken van een stuk textiel door te weven op een weefgetouw. Aan het weefgetouw hangt een bord met afbeeldingen over de levenscyclus van zijderupsen. Het is de rups die de zijdedraad levert en daarna maken mensenhanden er stof van, in elke kleur die je maar kunt bedenken. Zijde is een luxe, glanzende stof. Voor veel mensen in de textielindustrie is het hard werken en dit aan een minimumloon. Na de uitleg kon je in de winkel rondlopen en de kledij passen en kopen. Er zijn in de winkel veel T-shirts met afbeeldingen van een olifant te vinden. De vrouwen hebben hier in de winkel een sarong kunnen aandoen. Een sarong is een wikkel kledingstuk dat door veel vrouwen in Sri Lanka gedragen wordt.

Op weg naar het hotel zien we voor het eerst wilde olifanten langs de weg. De bus vertraagde en reed dan langzaam voorbij een olifant. Dit irriteerde blijkbaar de olifant en ik zag dat hij boos werd. De olifant begon zich dan met volle kracht naar bus te bewegen. Gelukkig reageerde de buschauffeur vlug door direct sneller met de bus te rijden.

Nabij het hotel ligt het Minneriya National park. Ik maak een wandeling langs het meer dat dicht bij het hotel te vinden is. Aan de andere kant van het meer kon je in de verte een groep olifanten zien. Er was een Sri Lankaanse man die mij wel dichter bij de olifanten wou brengen door met zijn boot te varen op dit meer. Ik kon op het meer ook 2 vissers in een boot zien. Ze hebben de netten in het water gelaten. Daarna gaat de ene visser peddelen op het meer. De andere visser slaat verschillende minuten lang met een stok in het water. Hiermee willen ze de vissen laten zwemmen in de richting van hun netten. Nadien zitten ze alle twee in een rubberband op het water. Ze halen vervolgens de netten uit het water en verzamelen zo de gevangen vissen in hun netten.

Polonnaruwa


De volgende dag gaan we eerst een Samanala Pre School of kleuterschool gaan bezoeken. Sri Lanka kent een leerplicht van zes tot zestien jaar. Omdat men hier maar leerplicht kent vanaf 6 jaar, gaan de meeste kinderen onvoorbereid naar de basisschool. Er zijn wel initiatieven voor kinderopvang en informele kleuterscholen. Deze helpen de kinderen zich voor te bereiden op de schoolse situatie. Het onderwijs op het platteland is van een andere kwaliteit dan het onderwijs in de steden. Sri Lanka kent één van de laagste percentages analfabeten in Azië, nl 11%. Het schoolgebouw dat we hier zien is simpel van opzet en heeft eenvoudig meubilair voor de kinderen. Ik zie dat het raam in de muur is voorzien van tralies. Ik merk dat zowel de jongens en meisjes allen een gele polo dragen. De jongens dragen een blauwe of donkere korte broek en de meisjes een rok. Al de kinderen hun boekentas hangen hier aan een kapstok. Er waren 2 kleuterjuffen aanwezig voor al die kinderen. We werden hartelijk verwelkomd en alle kinderen begonnen voor ons te zingen. Je zag ondertussen tijdens het zingen dat de beide kleuterjuffen begonnen te stralen. De kinderen kregen van ons ballonnen, kleurboeken en snoepgoed. Buiten zijn er ook verschillende speeltuigen te zien voor de kinderen.

Na dit schoolbezoek wandelen we langs verschillende rijstvelden naar het landelijke dorpje Hiriwadunna, waar je het lokale leven kan ervaren. Hier kan je op bewandelbare paden ossenkarren zien met toeristen die de omgeving verkennen. We bereiken een prachtig meer en hier is het genieten van de natuurpracht. Met een catamaran maken we vervolgens een boottocht over het meer naar de andere kant. We verkrijgen vanop het water een mooi uitzicht op de omgeving. Aan de andere kant van het meer bezoeken we een plattelandswoning. We worden hier verwelkomd door de gastvrouw. Ze geeft in haar woning een kookdemonstratie en uitleg om een traditionele currylunch met rijst te maken. De verschillende specerijen en groetensoorten zijn schoongemaakt en klaar om te bewerken. We kunnen zien hoe ze vruchten, groenten, en zelfs een kokosnoot bewerkt met verschillende gereedschappen. De rijst bracht men in een zelf geweven langwerpige mand. Met deze mand werd er geschud om het droge vel van de rijstkorrel te verwijderen. Dit werd gedaan door de moeder van de gastvrouw. Met een grote paal die als stamper dienstdoet, worden de specerijen fijner en kleiner gemaakt. Dit gebeurde in een vloeiende beweging door afwisselend met de linkse en dan met de rechtse hand de paal een opwaartse beweging te laten maken. Vervolgens zal de zwaartekracht ervoor zorgen dat grote paal neervalt in de pot en de specerijen fijnmaalt. Ook stond er in de keuken een stenen molentje om de specerijen mee fijn te malen. Ook worden er verschillende kruiden in de gerechten gedaan. Om wat pit in de gerechten te verkrijgen wou ze een stevige lepel met chilipoeder in het gerecht doen. Gelukkig was het uiteindelijk een klein lepeltje dat ze gebruikt heeft. Na deze demonstratie kunnen we gaan kijken in de keuken. Eigenlijk zie ik hier geen fornuis om op te koken. Op een stenen tafel verbranden ze hout en verwarmen hiermee de potten en de pannen om de gerechten te bereiden. Vervolgens kunnen we genieten van een traditionele currylunch met rijst. Dit is het meest gegeten gerecht in Sri Lanka. De curry’s worden ook geserveerd met andere lekkernijen. Er wordt ook wel eens brood of coconut roti bij geserveerd. Je krijgt nooit rijst met 1 curry, maar er worden vaak minimaal 3 verschillende curry’s geserveerd. Waaronder eigenlijk altijd dahl curry (linzen), vaak aardappel curry en een curry met groenten (sperziebonen, aubergine, wortel, kool, bietjes,…). We krijgen nog een demonstratie over het vlechten van lange plantenbladeren. Ik kon zien dat het dak was bedekt met deze gevlochten planten. Buiten stond er een hok dat als toilet diende en binnen was er enkel maar een gat. Nadien maken we een korte overzet naar de andere kant van het meer en vervolgens worden we met een tuktuk naar de bus gebracht.

We vertrekken met de bus naar Polonnaruwa, ook een koningsstad in Sri Lanka. Nadat Anuradhapura werd verwoest in 993 na Chr., was Polonnaruwa ruim 500 jaar de hoofdstad van Sri Lanka. In die tijd werd de stad omringd door drie cirkelvormige muren en was het bezaaid met prachtige parken, tuinen en vele heilige plekken. De overblijfselen van de paleizen, majestueuze granieten standbeelden en de ingenieuze irrigatie werken zijn hier te bewonderen in een prachtig groene omgeving. Veel van deze overblijfselen stammen uit de tijd van koning Parakramabahu (1153 – 1186). Tijdens zijn regeerperiode kwam de stad tot bloei en werden vele indrukwekkende bouwwerken en heiligdommen gebouwd.

In Anuradhapura worden een aantal tempels en stoepa’s momenteel nog steeds actief bezocht door Boeddhisten. Er worden daar regelmatig ceremonies gegeven, wat een groot verschil is met de sfeer in de oude stad Polonnaruwa. In Polonnaruwa hebben de gebouwen meer een museumfunctie en worden niet actief bezocht door gelovigen. Toch lijken de twee steden enorm op elkaar.

Bij onze aankomst mogen we een fiets kiezen en zullen op het archeologisch terrein de tempelruïnes, stoepa’s, Boeddhabeelden en oude bouwwerken van de oude stad in Polonnaruwa gaan bezoeken. Eerst fietsen we naar “Het Vierkant”. Dit is een terrein waar je meerdere tempels en heiligdommen kan zien. De gebouwen dateren uit de 12de eeuw en bestaan onder andere uit de Vatadage, Hatadage, Atadage en de Thuparama. Al de namen lijken hier op elkaar. Toch zijn het echt allemaal andere tempels en heiligdommen.

De Vatadage is een ronde tempel en springt hier meteen in het oog. Niet alleen vanwege de vorm, maar ook omdat je van verschillende kanten uitzicht hebt op bijzondere Boeddha beelden. Deze ronde tempel heeft een diameter van 18 meter en vier ingangen. Je kan de details in de maansteen, de muren, beelden en trappen bewonderen.

Tegenover de Vatadage tempel kan je de Hatadage tempel zien. Ook dit is een ruïne van wat ooit één van de grotere tempels had moeten zijn. De ingang van de tempel is gericht op het zuiden. Als je op het juiste plekje staat, kun je vanuit de Hatadage tempel de ronde Vatadage tempel zien liggen. De Hatadage tempel werd gebouwd door koning Nissanka Malla, als een heiligdom voor de relikwie van de tand van Boeddha. Hier bevond zich dus vroeger de heilige tand van Boeddha. Deze kan je nu vinden in Kandy, die we later zullen bezoeken.

Koning Nissanka Malla verklaarde dat alleen een boeddhist het recht had om het land te regeren, wat zijn positie veiligstelde en zijn aanspraak op het koningschap rechtvaardigde. Hij gaf grote bedragen uit aan verschillende constructies en renovaties en gaf ook geld aan het publiek in een poging om de misdaad aan te pakken.

Op dit terrein hier kan je ook de Atadage zien, dat vroeger waarschijnlijk een prachtig bouwwerk was. Vandaag de dag is het een verzameling van tientallen stenen pilaren. Dat maakt het aanzicht niet minder mooi. Zeker met het staande Boeddha beeld op de achtergrond, is Atadage ook wel de moeite waard om eens te bekijken.

Aan de andere kant je ook nog de Thuparama tempel zien. Het is de enige Boeddhistische tempel uit die tijd dat nog een dak heeft. In deze tempel staan marmeren beelden. Je vindt hier vier staande en vier zittende Boeddha’s. In het midden zit een grote Boeddha. Rond de tempel staan stellingen en boven de tempel zie je een afdak. Dit dient om de tempel te beschermen tegen de weersomstandigheden hier.

Op dit terrein kan ik ook de Sathmahal Prasada zien. Het zeven verdiepingen gebouw is gebouwd in een unieke getrapte piramide vorm van zeven vierkante verdiepingen. De oorsprong van het gebouw is onbekend en op Sri Lanka kom je nergens deze bouwstijl tegen. Er wordt vermoed dat de Sathmahal Prasada in Polonnaruwa Thaise of Cambodjaanse invloeden heeft.

We verlaten het terrein en fietsen nu naar de plaats waar vroeger het Koninklijk paleis stond. Onderweg naar het Koninklijke paleis ontdekken we een toekan vogel die hoog op een tak van een boom zit. Het is toch een prachtige vogel en hij is vooral bekend door zijn kleurrijke snavel. Bij onze aankomst worden we aangevallen door verschillende verkopers van allerlei spullen, zoals kleine beeldjes, armbandjes, kettingen, hoeden en zelfs een kaart van de archeologische site. Nu ja dat moet ik zeker niet hebben, alle informatie is nu eenmaal op het internet te vinden. Het Koninklijk paleis was vroeger een gigantisch bouwwerk en bestond uit meerdere verdiepingen en kamers. Het had vroeger 7 verdiepingen en nu bestaand uit 2 verdiepingen. De bovenste vijf waren van hout en zijn inmiddels vergaan. Nu is er alleen nog een ruïne over. Je kan vooral enkele hoge muren zien. Het is vooralsnog een indrukwekkend gezicht en de details op de muren zijn nog steeds zichtbaar.

We wandelen langs de audiëntiezaal Rajavesya Bhujanga. Dit gebouw werd geïdentificeerd als de raadzaal van koning Maha Parakramabhahu. Dit gebouw heeft een hoge sokkel en bestond uit drie lagen. Ik kan zien dat het laagste platform versierd is met olifantengravures. Het tweede was versierd met leeuwen en het bovenste was versierd met dwergen. Er is slecht één trap om dit gebouw te betreden. Beide zijden van de trap waren versierd met makara’s. Een makara is een klassiek diermotief van Indiaanse oorsprong met afbeeldingen van een fabeldier samengesteld uit delen van een krokodil en een olifant. Bovenaan de trap langs beide zijden kan ik beelden zien, die met wat verbeelding een soort leeuwenkop voorstellen. Hier bevond zich vroeger de leeuwentroon van koning Maha Parakramabhahu. Momenteel kan je enkel pilaren zien op het hoogste platform.

Achter de beschermende muur van de audiëntiezaal ligt de in 1935 blootgelegde en gerestaureerde Kumara Pokuna, het grote en fraaie koninklijke bad. Het heeft twee afdalende terrassen en twee waterkranen in de vorm van een krokodillenbek. Het bad werd tijdens de regeerperiode van koning Parakrama Bahu (1153 - 1186) gebouwd. Op de archeologische site van Polonnaruwa kom je regelmatig spelende of vechtende aapjes tegen die fotogeniek zijn.

We fietsen dan verder naar een andere plaats, nl Rankot Vihara. Dit is een 54 meter hoge stoepa en heeft een basisomtrek van 170 meter. De stoepa is volledig gemaakt met baksteen en de top van de stoepa heeft een witte kleur. Het is de grootste stoepa in Polonnaruwa en de vierde grootste in Sri Lanka en dateert uit de twaalfde eeuw. De stoepa werd gebouwd door Nissanka Malla, die het land regeerde van 1187 tot 1196. Het is vooral de koepel die behoorlijk groot is in vergelijking met andere geziene stoepa’s in Sri Lanka. De oorspronkelijke vorm van de stoepa, met name het bovenste gedeelte, is echter veranderd tijdens renovatiewerken uitgevoerd door latere heersers en er wordt geschat dat de oorspronkelijke hoogte van de stoepa bijna 61 meter kan zijn geweest. De stoepa bevindt zich in het midden van een groot vierkant terras, dat ook is omgeven door een bakstenen muur. Het terras heeft vier ingangen gericht op de vier kardinale punten, met zandpaden die ernaar toe leiden.

Nadien gaan we nog gaan kijken naar Gal Vihara. Dit is een groep van vier prachtige Boeddha’s die allemaal in perfecte staat zijn. Alle beelden zijn uit een grote rots gehakt. De staande Boeddha is 7 meter lang en wordt vaak beschouwd als de mooiste van de vier beelden. De liggende Boeddha is zelfs 14 meter lang. De beelden zijn goed zichtbaar. Voor de rots staat er een afdak dat nodig is om de beelden te beschermen tegen de weersomstandigheden in Sri Lanka. Je kan de Boeddhabeelden van dichtbij gaan bekijken. Je zal dan terug je schoenen moeten uitdoen, schouders en knieën bedekken en je hoofdeksel afzetten.

Na dit bezoek aan de archeologische site van Polonnaruwa vertrekken we met de bus terug naar het hotel. De buschauffeur wou via smalle binnenwegen naar de hoofdweg rijden. Plots komen we terecht in een processie of optocht. Vooraan in de stoet zag ik mensen die geluiden maken door met een zweep op de weg te slaan. Hiermee maken ze eigenlijk de weg vrij. Daarna volgde in de stoet een fluitspeler en enkele drummers. Vervolgens zag ik verschillende kinderen die een boeddhistische vlag droegen. Daarachter kwamen er veel dansers in traditionele kledij die dansten op het ritme van de drums. Achteraan de stoet liepen twee monniken in een saffraankleurige pij. Er liep een man naast de monnik die een paraplu droeg boven het hoofd van de monnik. Ik zag ook dat de twee monniken op een soort deken lopen. Door dit te doen tonen ze hiermee respect voor alle andere wezens. De belangrijkste uiting van respect is hoe we met elkaar omgaan. Alle universele deugden, zoals niet doden en niet stelen, hebben met respect te maken. Want doe je die dingen wel, dan toon je een gebrek aan respect voor anderen. Vaak heb je respect voor iemand die dingen heeft of kan die je zelf niet hebt of kunt, maar wel zou willen. Voor Boeddhisten is dat het hebben van eigenschappen zoals wijsheid of diepgaand mededogen. In Sri Lanka kun je op 6 jaar monnik worden na toestemming van de ouders. Als ze dan 17 jaar zijn kunnen ze hoofdmonnik worden. Hiervoor gingen de twee monniken in een stoet zo naar een boeddhistische tempel. Tijd om te vertrekken met de bus. Helaas op het einde van de smalle straat kan de bus niet onder het portiek. Doordat de bus zich in de smalle straat niet kan keren, moet hij in achteruit terug de straat uitrijden. Hiermee sluiten we achteraan de stoet aan. Een applaus voor de buschauffeur was op zijn plaats.

’s Avonds ga ik genieten van een authentieke Ayurvedische massage hier in Sri Lanka. Alé dat hoop ik toch. Het doel van een Ayurvedische massage is dat het rust en balans geeft aan lichaam en geest. Ayurveda is eigenlijk een traditionele geneeswijze die zijn oorsprong heeft in het Indiase continent. We worden hartelijk ontvangen in het massagecentrum. Ik kies voor een klassieke Ayurvedische massage met olie voor het hele lichaam, behalve mijn haar. De totale massagesessie zal 1 uur duren. Onze waardevolle spullen kunnen we achterlaten in een kluisje. Daarna ga je naar een kleine donkere ruimte waar de Ayurvedische massage zal gebeuren. Eerst krijg je natte doeken om je volledige lichaam te reinigen. Je mag eerst op een stoel zitten en men begint met het masseren van het hoofd. Hiervoor gebruiken ze massageolie. Het voelde voor mij niet prettig op het moment dat hij zijn beide handen rond mijn keel hield. Daarna mocht ik op mijn buik liggen op een massagetafel. Daarna begon men mijn voeten, benen en rug te masseren. Hij drukte met zijn handen stevig op mijn lichaam. Deze keer voelde het voor mij niet prettig als hij hard met beide vingers aan mijn tenen trok. In het begin was ik op mijn hoede, met de gedachte wat er nu zal komen en gebeuren. Ja ze komen tijdens de massage met hun handen tamelijk dicht op gevoelige plaatsen. Naarmate het proces vorderde kon ik het meer loslaten en dan ook meer genieten van de Ayurvedische massage. Tijdens de massage vroeg men mij of het nog goed ging met mij. Gelukkig wel. Nadien mocht ik nog op mijn rug liggen op de massagetafel. Daarna volgde de massage terug van voeten, benen en buik. Na de massage mocht ik nog ongeveer 20 minuten in de sauna zitten. Na een meditatiemomentje in de sauna mogen we ons terug reinigen en onze klederen aandoen. De vrouwen worden hier gemasseerd door vrouwen en de mannen worden behandeld door een mannelijke masseur. Vervolgens wordt er aan ons nog een thee aangeboden en kunnen we zitten in relaxzetels. Iedereen van de groep zag er ontspannen en gelukkig uit. En nu terug met de bus naar het hotel en hopen dat we na deze unieke belevenis rustig en goed kunnen slapen.

De volgende dag vertrekken we naar de grottentempel van Dambulla. Om de grottentempel te bereiken moeten we vele trappen naar omhoog gaan. De grotten zijn gebouwd aan de voet van een 150 meter hoge rots. Dit grottencomplex dateert van de eerste eeuw voor Christus. Het is het best bewaarde grottencomplex van Sri Lanka. Deze grotten bevinden zich onder een enorme overhangende rots, uitgehouwen met een druppellijn om het interieur droog te houden. In 1938 werd de architectuur verfraaid met gewelfde witte zuilengalerijen en puntgevelingangen. Eigenlijk zijn de vijf grotten allemaal de moeite waard om te bekijken. In de grotten zijn de plafonds beschilderd met ingewikkelde patronen van religieuze afbeeldingen die de contouren van de rots volgen. Het bijzondere aan deze grotten is dat de schilderingen van zowel Boeddha zijn als van de Hindoe goden Vishnu en Ganesh. De muurschilderingen beslaan een oppervlakte van 2100 vierkante meter. Deze grotten zijn ook gevuld met vele schitterende Boeddhabeelden. Het zijn niet alleen de 153 Boeddhabeelden die mooi zijn, maar ook de schilderingen en algehele indeling van de grot. Je kan hier ook beelden zien van Sri Lankaanse koningen. De grot Maharaja Viharaya of de tempel van grote koningen is de mooiste en grootste. Hij is 50 meter lang, 25 meter breed en zeven meter hoog. De mooie schilderingen op de muren en plafond zijn echt indrukwekkend. In de grot Devaraja Viharaya kun je een liggend Boeddhabeeld van vijftien meter groot bekijken. Het is de grot het dichts bij de ingang. Aan de ingang van deze grottempel stond een man in traditionele kledij muziek te spelen met zijn drums.

Je kan hier naast een liggende Boeddha, zowel staande als zittende Boeddhabeelden zien. Iedere lichaamshouding, positie van de handen en iedere blik heeft een andere betekenis en vertegenwoordigd een andere fase uit het leven van Boeddha. Aan de stand van hun handen kan je zien of je een mediterende, een zegende of een onderwijzende Boeddha hebt. Gezeten in de lotushouding zie je Boeddha in meditatie. Bij een mediterende Boeddha zijn de handpalmen naar boven gericht, zodat Boeddha de energie beter kan ontvangen. Een zegende Boeddha staat voor zuiverheid en kalmte. Ongeluk en ellende uit de echte wereld worden dan weggenomen en maken plaats voor aardse gelukzaligheid. Een staande Boeddha met armen gekruist hangend voor het lichaam staat voor verlichting. Zie je echter een staande Boeddha met de rechterhand omhoog, dan staat dit voor het moment in Boeddha’s leven dat hij ruziënde families overtuigde de strijdbijl te begraven. Een liggende Boeddha beeld staat voor het sterven van Boeddha, het einde van zijn aardse leven. Toen Boeddha ziek was ging hij op zijn rechterzij liggen. De rechterhand kan je dan zien onder zijn hoofd. Hij staat nu op het punt het Nirvana te betreden.

In een kleine ruimte kan ik zien dat men aan het bidden is en in deze ruimte werden ook geschenken achtergelaten. De grottentempel is ook een heilig bedevaartsoord.

Na het bezoek van de grottentempel gaan we naar beneden. Daar staat de grote gouden tempel van Dambulla. Het is het liefst dertig meter hoge gouden beeld van Boeddha dat de tempel bijzonder maakt. Binnen in de tempel heb je een Boeddhistisch museum. Kijk je in de richting van de gouden tempel, dan kan je aan de rechterkant op een rots een uitbeelding zien van een processie met vele gebeeldhouwde monniken die achter elkaar staan. Recht tegenover de gouden tempel kan ik nog een stoepa zien.

Vervolgens gaan we met de bus naar Matale, dat het centrum is van de specerijenteelt. Hier in Matale zullen we de Royal 100 specerijentuin bezoeken. Eigenlijk is het hier een rustige en vredige plek om wat tijd dicht bij de natuur door te brengen. Hier krijgen we inzicht in de eeuwenoude industrie van specerijenproductie. Deze tuin laat je kennismaken met de verschillende specerijen in Sri Lanka en hun gebruik. De kruiden en specerijen die voornamelijk in de Sri Lankaanse keuken worden gebruikt zijn onder andere kaneel, zwarte peper, nootmuskaat, kardemom, ginger, kurkuma, kruidnagel, koriander, curry, venkel, mosterd, saffraan en tamarinde.

We krijgen uitleg en een rondleiding in de kruidentuin. In de tuin zie je allerlei tropische bomen en planten. Tijdens de rondleiding kunnen we ruiken aan de verschillende kruiden en snuif je de lekkere geuren op. Men smeert geneeskrachtige producten op onze hand zodat we kunnen ruiken aan deze producten. We kunnen de vruchten in de bomen zien hangen, die ze gebruiken om hun geneeskrachtige producten mee te maken. Voor elke kwaal kunnen ze je wel een middeltje geven. Eigenlijk heb je dan geen dokter meer nodig. Niet alle kruiden worden natuurlijk in één tuin gekweekt, omdat verschillende klimaten en grondsoorten nodig zijn voor de teelt van de specerijen. Ook krijgen we hier een kookdemonstratie van het maken van een aromatische maaltijd, waarbij men kruiden gebruikt uit de tuin.

Na deze kookdemonstratie, krijgen we een voorstelling van de verschillende geneeskrachtige producten, zoals oliën, schoonheidscrèmes en kruidenbalsem. Tijdens de demonstratie smeert men bij vrijwilligers uit de groep producten op hun gezicht. Zo is kaneelolie die afkomstig is van kaneelbladeren zeer effectief tegen rillende kou, tandpijn, oorpijn en mondgeur. Zo zijn er andere  producten tegen hoofdpijn, diabetes, huidklachten, duizeligheid, haaruitval, reuma, spierpijn, luchtwegenproblemen, lumbago, artritis, droge huid, cholesterol, jicht, gewrichtspijn, jeuk, huidallergie, maagpijn, misselijkheid, menstruatiestoornissen, slapeloosheid, hoest, sinusitis en een kater. Ze beloven met hun schoonheidscrèmes dat je er jonger gaat uitzien. Ze hebben hier zelfs producten om te vermageren en gewicht te verliezen. Het kruidentandpoeder zorgt voor sterke witte tanden, gezond tandvlees en een frisse adem gaat tandbederf tegen. Met al deze producten ga je een symptoom bestrijden, maar eigenlijk heb je volgens mij toch nog dokters nodig die naar de medische oorzaak moeten zoeken of therapeuten die naar de psychologische of energetische oorzaak moeten zoeken in het onderbewuste om de klachten te doen verminderen of te doen verdwijnen. Na deze demonstratie kan je in de winkel nog de verschillende producten kopen. 

Kandy

 


Na het eten van een traditionele curry lunch met rijst vertrekken we naar de stad Kandy. We passeren en stoppen met de bus kort voor de Sri Muthumariamman hindoetempel. Ook zie je hier weer dat de grote toren van de tempel rijkelijk is versierd met een ontelbaar aantal beelden. Ik zie terug kleurrijke beelden. De huidige tempel werd gebouwd in 1874.

Samen met Anuradhapura en Polonnaruwa vormt Kandy de Culturele Driehoek van Sri Lanka. Deze plaatsen staan allemaal op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Kandy is één van de grotere steden op Sri Lanka en wordt ook wel de culturele hoofdstad van Sri Lanka genoemd. Van 1592 tot 1815 was Kandy de hoofdstad van het Singalese koninkrijk en was daarmee de laatste koningsstad. De tempels die in de 14de eeuw werden gebouwd, zijn vandaag de dag nog steeds in gebruik. Het was meer dan 2500 jaar het domein van Singalese koningen. Het hele eiland viel in 1815 onder Britse overheersing viel.

Kandy is voornamelijk bekend vanwege de Sri Dalada Maligawa of de Tempel van de Tand. Deze tempel is in de 17de eeuw gebouwd. Het is een beroemde Boeddhistische tempel omdat hier de linker bovenste hoektand van Boeddha wordt bewaard. Deze tempel is van grote waarde voor boeddhisten en wordt zelfs beschouwd als de heiligste plek ter wereld. Doordat de tempel zo belangrijk is wordt deze dag en nacht bewaakt.

Aan de buitenkant van het tempelcomplex zie je binnen de muren verschillende gebouwen. Eén ervan is een tempel met een gouden dak. Het is de met een gouden dak bedekte tempel waar de belangrijkste boeddhistische relikwie te vinden is, nl de tand van Boeddha. De gebouwen zijn van buiten niet uitbundig of bijzonder gedecoreerd. Rond het tempelcomplex zie je een lage witte stenen muur met subtiele openingen. Tijdens vieringen worden in deze openingen kaarsen geplaatst, waardoor de hele voorkant van het complex wordt verlicht. Ook kom je hier veel monniken tegen. Ze gaan mee met hun tijd en beschikken ook over een smartphone.

Ook hebben we hier schoolkinderen gezien in witte uniformen en ze liepen hier rond op hun blote voeten. Het waren allemaal meisjes en sommige droegen in hun handen 1 lotusbloem. Ze droegen allemaal een stropdas. De witte schooluniformen, die tijdens de Britse overheersing werden geïntroduceerd, zijn in de loop van de decennia weinig veranderd.

Volgens de legende werd de tand van Boeddha, na verbranding van Boeddha, uit de as gehaald. In 313 na Christus werd de tand stiekem van India naar Sri Lanka gesmokkeld. Het was verborgen in het haar van prinses Hemamali. Zij vluchtte destijds voor het hindoe leger die het koninkrijk van haar vader in India belegerde. De tand werd meteen een uiterst heilig object en werd tentoongesteld tijdens speciale gelegenheden. De tand heeft sindsdien in verschillende tempels gelegen. Tijdens alle oorlogen werd de tand verplaatst om het te beschermen. De tand zou dus sinds de 4de eeuw na Christus in Sri Lanka zijn, met een korte onderbreking rond 1283, toen de tand terug naar India zou zijn genomen. Of het daadwerkelijk de tand is van Boeddha valt te betwisten, want volgens sommige verhalen is deze in de 16de eeuw verbrand door de Portugezen. Desondanks wordt de Tempel van de Tand drukbezocht door zowel de toeristen als locals en zijn er drie keer per dag ceremonies waarbij je de kist van de tand kan bekijken.

Alvorens we met de groep kunnen binnengaan, gaan we eerst onze schoenen afgeven in het schoenenhokje. Je mag de tempel niet met de schoenen betreden. De gebouwen van buiten zijn niet uitbundig of bijzonder gedecoreerd. Contrasterend met de eenvoudige buitenkant zijn de interieurs van de tempelgebouwen wel rijkelijk versierd. Bij het binnenkomen kunnen we eerst een schrijn met prachtige versieringen zien. Dit is een tempel waarin relikwieën bewaard worden. Op een doek kan je de afbeelding zien van een gouden stoepa. Voor dit doek kan je verschillende grote slagtanden van olifanten zien en zelfs twee leeuwenbeelden.

Vervolgens gaan we naar boven en komen in een vereringsruimte waar je offertafels ziet. Op de tafels liggen vele lotusbloemen. Je kan hier weer veel biddende mensen zien. De lotusbloemen die je buiten aan een kraam kan kopen, kunnen vervolgens geofferd worden hier in de tempel aan Boeddha.

De tand wordt beschermd in een gouden kist in de vorm van een stoepa. Deze bevat een reeks van 7 stoepa kisten met afnemende grootte. Deze gouden kist bevindt zich hier in een altaar en rust op een massieve gouden lotusbloem. In deze vereringsruimte kan ik terug twee grote slagtanden van olifanten zien. Er worden hier wel drie keer per dag verschillende rituelen van de monniken uitgevoerd. Dit gebeurd in de ochtend, middag en avond en is de moeite waard om bij te wonen. Onder begeleiding van muziek wordt er een ceremonie uitgevoerd. Het spirituele effect wordt versterkt door de geur van wierrook, doordringende muziek en biddende mensen. Deze ceremonie heb ik niet gezien tijdens mijn bezoek aan de tempel.

Daarna gaan we terug naar beneden en komen dan terecht in de grote zaal Alut Maligawa (zaal van de nieuwe schrijn). Deze bevindt zich achter de schrijn met prachtige versieringen, die we bij het binnenkomen reeds zagen. In de grote zaal zie je heel veel prachtige Boeddha beelden staan die door andere landen geschonken zijn. De wanden zijn rijkelijk versierd met gouden olifanten koppen en schilderijen met de verhalen over Boeddha. De gouden olifanten koppen worden langs de wanden ook gebruikt als dak ondersteuning.

Vervolgens verlaten we de grote zaal en kunnen buiten een mooi versierde hal zien. Deze versierde hal was vroeger een deel van het Koninklijke Paleis van Kandy. Het Koninklijk Paleis van Kandy behoort eigenlijk tot hetzelfde complex als de Tempel van de Tand. De bewaarplaats van het relikwie werd dan ook het symbool voor het recht om te regeren. Het was de Koninklijke taak om te zorgen dat het relikwie goed werd bewaakt. De Tempel van de Tand werd dan ook dicht bij de koninklijke woningen gebouwd. Het paleis van Kandy was tot de 19de eeuw in gebruik door de koninklijke familie van Sri Lanka. Door de eeuwen heen is er een hoop gebouwd en verbouwd. De diverse hallen en bouwwerken dateren uit verschillende periodes. Toen de Britten het land overnamen kwam er een einde aan het eeuwenoude koninkrijk, maar het paleis bleef bestaan.

Naast de grote hoofdtempel heeft het complex ook nog een aantal kleinere tempels en musea. Zo bezoeken we een museum waar je meer te weten kan komen over olifanten in Sri Lanka. Je kan hier veel foto’s op de muren zien hangen en achter glas kan je een groot opgezette olifant zien. De opgezette olifant lijkt het schouwspel vanop de achtergrond gade te slaan. In 1998 werd de tempel ernstig beschadigd toen de Tamiltijgers een bomauto lieten ontploffen aan de ingang van het complex. De tempel werd snel gerestaureerd.

Na ons bezoek aan de Tempel van de Tand wandelen we langs een groot meer met in het midden een klein eilandje. Het meer van Kandy ligt naast de Tempel van de Tand. Het grote meer werd aangelegd in opdracht van de laatste koning van Sri Lanka. Het eilandje in het midden werd gebruikt door de koning voor de harem. Later werd het gebruikt door de Britten als wapenopslagplaats. Het meer wordt omringd door een hoop groen en is eigenlijk de perfecte plaats om een wandeling te maken. Langs het meer stonden verschillende kramen waar je lotusbloemen kon kopen.

Daarna komen we aan het theater en kunnen hier genieten van een show met traditionele Kandy dansers. Deze dansvoorstellingen hebben allemaal dezelfde ingrediënten en laten de traditionele dansen van Sri Lanka zien. Eerst komen de Kandy drummers in prachtige rood-witte kledij op het podium. Onder luid tromgeroffel voeren verschillende dansers in traditionele klederdracht en maskers ingewikkeld ogende dansen uit. Sri Lankaanse traditionele muziek en dans hebben een mix van Indiase en inheemse tradities die de folklore van Sri Lanka vieren. Op het einde van de show krijgen we het spektakelstuk van de voorstelling. Iedereen in de zaal gaat dan aan de buitenzijde gaan zitten voor het hoogtepunt van de show. Er komen vuurspuwers tevoorschijn in de zaal en er wordt een indrukwekkende vuurdans uitgevoerd. En tijdens het laatste deel van de show gaan ze lopen over hete kolen.

Na de show rijden we met de bus naar een parking. Vanaf hier moeten we overstappen op een kleinere bus. Dit komt omdat het hotel gelegen is op een heuvel en enkel via bochtige smalle wegen te bereiken is. Dus is het moeilijk om met de grote bus naar boven te rijden.

Na een goede nachtrust vertrekken we de volgende dag naar de botanische tuin in Kandy. Eigenlijk in het nabijgelegen Peradeniya, ligt de Royal Botanical Gardens. De tuin bevindt zich ten zuidwesten van de stad Kandy. In deze tuin is het mooiste te zien wat Sri Lanka op het gebied van flora te bieden heeft. Het is met 59 hectare de grootste botanische tuin van Sri Lanka. Deze immense tuin, vol met bomen, bloemen en planten is een fijne plek om te ontsnappen aan de chaos van de stad. Het groen profiteert van het mediterrane klimaat van het binnenland van Kandy en de tuinen bevinden zich 500 meter boven zeeniveau. De geschiedenis van de tuin gaat terug tot het jaar 1371. Tussen 1747 en 1780 wordt het een koninklijke botanische tuin en verschillende koningen drukken er door de tijd heen hun stempel op. De tuin is in de 19de eeuw onder het bewind van de Britten geweest. Zij hebben er een grote collectie bomen en planten aangeplant die niet op Engelse bodem kunnen groeien.

Aan de ingang maken we met de groep een groepsfoto en beginnen dan onze tocht in deze botanische tuin. Opvallend zijn de bomen van indrukwekkend formaat. Ik voel me er eigenlijk wel klein bij. Er zijn hier wel meer bijzondere bomen te zien, met grote vruchten en helende of juist giftige sappen. De tuin heeft mooie wandelpaden en unieke bomen.

We ontdekken hier de Dendrocalamus giganteus. Dit is de grootste bamboe ter wereld. De takken kunnen een hoogte bereiken van 30 à 40 meter en een diameter van 25 centimeter. Gemiddeld groeien de scheuten zo’n centimeter per dag. Ook kan ik hier een grote verzameling zien van verschillende palmbomen. Zo kan ik met wetenschappelijke naam de Pinanga kuhlii palmsoort zien. Opvallend bij deze palmsoort zijn de rode vruchten die aan zijn stam groeien. Ook zie ik bij een palmboom dat een gedeelte van de stam helderrood is. Ik kan hier ook enorm uit de kluiten gewassen Ficus Benjamina boom zien, die bekend staat als de levende paraplu. Ik kan hiervan ook een honderd jaar oude Javaanse vijgboom zien. Deze heeft een boomstam met verschillende kronkelende en kale vertakkingen. Ook zie ik een kanonskogelboom of Couroupita guianensis. Dit is een tropische boom van ongeveer 35 meter hoog en heeft een uitbundige bloei. De grote ronde vruchten zijn zwaar en vallen bij rijping als een kanonskogel van de boom. Ik kan de vruchten ook zien hangen naast de stam. Takken en stam van deze boom kunnen volledig bedekt zijn met roodgele bloemen. Ik zag hier ook bomen die scheef aan het groeien waren. Je ziet hier eigenlijk een enorme diversiteit aan verschillende en fascinerende bomen uit heel de wereld.

Op een boomstam kon ik een groene boshagedis vinden met manen. Het rug gebied is gekleurd van licht groen tot donkergroen en de hagedis kan bruin of zwart worden als hij zich bedreigd voelt. Zijn staart had eerder een bruine kleur en had dus dezelfde kleur als de boomstam. De hagedis heeft schubben op zijn rug en in zijn nek kan je een gekartelde kam of manen zien. Ook kan ik wit gekleurde strepen zien op zijn rug. Hij heeft ook een lange hangende staart die meer dan de helft van zijn totale lengte uitmaakt.

In de tuin leven ook duizenden vleermuizen. De meeste vleermuizen hangen in de bomen. Je kan hier zelfs enkele vleermuizen overdag zien vliegen boven de bomen. Eigenlijk is het wel een bijzonder gezicht. Ik had reeds in het stadspark van Colombo vele vleermuizen in de bomen zien hangen.

We komen aan in een laan en zien langs beide zijden hoge palmbomen. Het geeft een sierlijk gezicht. Ideaal om hier een foto te laten nemen. We wandelen verder in de tuin en komen aan bij het orchideeënhuis. Hier kan je een uitgebreide en oogstrelende collectie zien van orchideeën.

In de tuin zijn we ook een grote groep moslims tegengekomen. Ze benaderden mij spontaan en wilden eigenlijk met mij in communicatie gaan, nadat ik van hen foto’s had genomen. Daarna hebben  we een groepsfoto kunnen maken van al deze moslims. De meeste moslims bevinden zich in de oostelijke provincies van het eiland. Ze zijn met ongeveer 10 procent van de totale bevolking. De moslimgemeenschap in Sri Lanka wordt steeds vaker gediscrimineerd en geïntimideerd en het gebruik van geweld tegen hen neemt sterk toe. Gevallen van geweld tegen moslims, gepleegd met stilzwijgende goedkeuring van de autoriteiten, hebben zich alarmerend vaak voorgedaan. Het opkomend Singalees boeddhistisch nationalisme ligt aan de basis van deze discriminatie.

In de tuin merk je ook gekleurde borden bij bepaalde planten of bomen. Zijn de borden geel dan betekend dit dat de vruchten ervan giftig zijn. Een zwart bord betekend dat de plant of boom niet in Sri Lanka voorkomt. Bij een rood bord kan je het alleen maar vinden in Sri Lanka en nergens anders. Bij een groen bordje kan je het zowel in Sri Lanka als in andere landen tegenkomen. Je kan hier veel mooie exotische bomen, planten en bloemen ontdekken. Het is eigenlijk wel een mooi onderhouden tuin.

Na dit bezoek zijn we naar een juwelenwinkel gereden. Sri Lanka is een land dat rijk is aan vele soorten edelstenen. Naast thee, textiel, rubber zijn edelstenen ook een belangrijk exportproduct van Sri Lanka. In de winkel krijgen we eerst een film te zien over het winnen van edelstenen in de mijnen. Het uitgebreide scala aan edelstenen zoals saffier, robijn, granaat, beryl, toermalijn en topaas komt uit de bergen via ondergrondse rivieren mee met het gravel of slib. Als het gravel naar boven wordt gehaald, komt het op een grote hoop te liggen. In deze grote hoop zitten er bijzondere edelstenen. Nadien gaat men de gravel wassen om de edelstenen te vinden. Het wassen gebeurt pas als de eigenaar of baas aanwezig is zodat hij er op toe kan zien dat waardevolle edelstenen niet verdwijnen. Ook gaat men in ondiepe rivierbeddingen met een zeef te werk om edelstenen te vinden. In Sri Lanka kan je de edelsteen saffier in alle kleuren vinden, zoals blauw, geel, groen, oranje en roze. In de winkel kunnen we ook naar een werkplaats gaan waar ze de edelstenen bewerken om er juwelen mee te maken. Nadien mogen we in de winkel de juwelen bekijken en eventueel kopen. Zeker onderhandelen en afbieden op de prijs als je een juweel wil kopen.

Ik heb in de winkel gesproken met een verkoper over de politieke situatie in Sri Lanka en wat de politiek doet aan het verbeteren van de situatie van de mensen. Er heerst in Sri Lanka geen vertrouwen in het feit dat de huidige president en andere politieke verwanten iets betekenisvol willen doen aan de alomtegenwoordige kritieke economische situatie in het land. Er was tijdens de economische crisis in Sri Lanka een groot tekort aan voedsel, medicijnen en brandstof. De verkoper gaf een beeld dat de politiekers veel beloven om hun toestand te verbeteren. Maar ze willen zich verrijken en zijn niet bezig met de bezorgdheden van de Sri Lankanen. Mensen verwijten de president en zijn politieke verwanten dat zij de crisis op zijn beloop hebben gelaten en zichzelf hebben verrijkt. Veel hoger opgeleiden willen het land verlaten en in het buitenland werken om meer te verdienen.

Sri Lanka, met 22 miljoen inwoners, is een ontwikkelingsland. Wij reizen vrij comfortabel en zitten in mooie hotels, maar het dagelijkse leven voor inwoners is pittig. Het gemiddelde inkomen per huishouden is in Sri Lanka ongeveer 1400 US dollar. En dit niet per maand, maar per jaar! De laatste jaren heeft Sri Lanka wat te verduren gehad. De corona crisis heeft het toerisme volledig opgedroogd voor lange tijd. Daarnaast heeft de regering in Sri Lanka forse leningen afgesloten in de laatste jaren, die terugbetaald moeten worden. Sri Lanka is als land 60 procent afhankelijk van toerisme, waardoor het resultaat voor de lokale bevolking verwoestend is. De huidige inflatie en hoge brandstofprijzen zorgen voor ontevredenheid bij de lokale bevolking, van wie een groot deel onopgeleid is en geen vaste banen hebben. Zelfs met lage lokale prijzen voor voedsel, zijn er veel producten die geïmporteerd moeten worden op het eiland. Dat maakt het leven al snel duur. 

Daarna gaan we te voet naar het restaurant voor het middageten. Deze bevindt zich boven een souvenirwinkel met verschillende beelden, houtsnijwerk en prachtige Sri Lankaanse houten maskers. Na het buffet hebben we een demonstratie gezien hoe ze verschillende kleuren maken voor het behandelen van deze maskers. Men veranderde de kleur van een vloeistof van rood naar donkerrood door er met een metalen staaf in te roeren. Andere kleuren werden verkregen door andere producten in de gekleurde vloeistof te doen.

De Sri Lankaanse maskers zijn met de hand gesneden en beschilderd. Ze stellen afschrikwekkende vogels voor en ze worden in Sri Lanka voor verschillende doeleinden gebruikt. Ik kan hier het Naga Raksha masker zien. Het masker is zeer kleurrijk en laat een voorstelling zien van een vogel met snavel. Hij heeft vaste vleugels waarop slangen te zien zijn. Dit masker wordt gebruikt bij traditionele Raksha dansen, die in het westen en zuidwesten van Sri Lanka worden gedanst. De slang is een cobra en het wordt ook wel het Cobra masker genoemd. Het portretteert een demon die zich zou kunnen transformeren in een King Cobra. Een ander masker dat ik kan zien is het Garuda masker. Dit masker is ook erg decoratief door zijn beschildering in vrolijke kleuren. Het masker met de afbeelding van een vogel die zijn tanden laat zien heeft vleugels die een beetje kunnen bewegen. Het Garuda masker staat voor kracht en welvaart.

De maskers werden gesneden uit een boom die bekend staat als de kaduru boom waaraan mystieke krachten werden toegeschreven. De maskers bestaan uit diverse uitvoeringen en afmetingen. De grote exemplaren worden gebruikt bij traditionele dansen, in grote optochten en bij processies en ceremonies. Dit masker symboliseert daarbij het kwaad en het is de bedoeling om demonen te verdrijven en zieken te genezen. De kleinere maskers dienen om op een mooi plekje bij je thuis te staan of aan de muur te hangen.

Daarna worden we gebracht naar het stadscentrum van Kandy, waar we vrij kunnen rondlopen. Kandy is een typische Aziatische stad: druk, chaotisch en lawaaierig. Het is een grote stad en dat merk je meteen aan de hoeveelheid voertuigen in het verkeer.

Ik merk op straat een kraam op waar ze een rood stekelachtige fruitsoort verkopen. Het is het exotisch fruit ramboetan, die ook wel harige lychee wordt genoemd. De Nederlandse naam komt van het Indonesische rambutan.

We worden op straat aangesproken door een Sri Lankaan. Ja, meestal kennen ze ons van het hotel of van ergens anders. Eigenlijk is zijn bedoeling om toeristen naar een plek te brengen waar ze hun geld kunnen uitgeven aan kledij of andere souvenirs. Hij zal hoogst waarschijnlijk om ons naar de winkel te brengen er ook wel iets mee verdienen. We komen terecht in een lokale bazaar en via een smalle doorgang bereiken we de winkel.

In de markt bovengronds zie ik winkels waar ze kledij maken. Buiten op straat zit een man verschillende stukken stof aan elkaar te naaien met een naaimachine. Met de blote voeten wordt de naaimachine bediend. Achteraan in de winkel kan je de verschillende gemaakte kledingstukken zien hangen. Een andere man was de kledij aan het strijken.

Midden in het centrum van Kandy ligt de centrale markt of Kandy Market Hall. Deze markt is grotendeels overdekt en richt zich vooral op de lokale bevolking. Je kan hier kramen zien met verschillende tropische fruitsoorten. Ik vind dat het kraam wel kleurrijk oogt met de vele verschillende fruitsoorten. Je kan hier ook langs kramen lopen met specerijen. Vele massageoliën en diverse zalfjes voor lijf en leden kan je hier vinden. Op deze overdekte markt kan je nog vele andere artikelen vinden, zoals oa wierrookstokjes en thee.

We passeren een plaats waar er veel bussen stonden. Er zijn twee soorten bussen: de staatsbussen en de privébussen. De staatsbussen in Sri Lanka die hier staan zijn spotgoedkoop en rijden overal in het land. Of je nu in één van de grote steden moet zijn of in de meest afgelegen plaatsen. De keerzijde is dat de bussen vaak erg oud en soms overvol zijn. De privébussen dienen voor vervoer bij tours en excursies. Het was grappig om te zien hoe de verschillende bijrijders van verschillende bussen allen aan het roepen waren naar mensen om ze in de bus te krijgen. Hoe luider ze roepen hoe beter. Op het laatste moment stappen er zelfs nog mensen op de bus.

Ook zijn er hier moderne winkelcentra. Zo bezoeken we het Kandy City Center in het centrum van Kandy. In het winkelcomplex was de netheid uitstekend. Er zijn hier verschillende winkels, variërend van kledingaccessoires, elektrische artikelen, boekhandels, souvenirwinkels en nog veel meer. Na dit bezoek aan het stadscentrum wandelen we terug naar het oppikpunt nabij de Tempel van de Tand. Met de bus rijden we dan naar het hotel.

Colombo

  Ayubowan, zo begroet ik U op de Sri Lankaanse wijze bij het begin van mijn reisverslag. Hierbij wens ik U dan ook zoals in Sri Lanka een l...