vrijdag 5 januari 2024

Sigiriya


 
De volgende dag vertrekken we naar de leeuwenrots in Sigiriya. De rots is van vulkanische oorsprong. Sigiriya behoort tot de Unesco werelderfgoedlijst en het wordt door de lokale bevolking ook wel het “achtste wonder” genoemd.

Het paleis bovenop de leeuwenrots werd gebouwd door Koning Kassapa nadat hij zijn vader, koning Dhatusena, had vermoord door hem levend in een muur te laten metselen. Eigenlijk was zijn halfbroer Mogallan de opvolger, maar Kassapa liet hem verbannen naar India. Bang voor de terugkeer van zijn halfbroer liet koning Kassapa het paleis bouwen bovenop de rots. Het paleis is tussen 477 en 495 na Chr. gebruikt door de toenmalige koning Kassapa. Het is in 7 jaar gebouwd en slecht 18 jaar bewoond geweest. Op de 200 meter hoge rots ging de koning genieten van zijn vrijheid. Uit onderzoek is gebleken dat de koning het hier vooral gezellig had met veel vrouwen. Toen Mogallan daadwerkelijk terugkeerde kwam het tot een oorlog met koning Kassapa. Deze pleegde uiteindelijk in 495 na Chr. zelfmoord waarna Mogallan alsnog de koning werd. Hij trok echter naar Anuradhapura en het paleis op de rots kwam in de vergetelheid. Later werd het paleis nog gebruikt als boeddhistisch kloostercomplex voor monniken, maar ook zij vertrokken na de 14de eeuw. Daarna raakte het vervolgens ernstig in verval. Pas tijdens de Britse kolonisatie in de 19de eeuw werd het paleis op de rots herontdekt.

Nabij de ingang van het domein kan ik het standbeeld zien van Senarath Paranavithna. Hij trad in mei 1923 toe tot de Archeologische dienst van Ceylon. Op 1 oktober 1940 was hij de eerste Archeologisch Commissaris en dit tot december 1956. Het jaar daarop in 1957 werd hij benoemd tot hoogleraar archeologie aan de universiteit van Ceylon.

Op weg naar de leeuwenrots passeren we de aangelegde tuinen van Sigiriya. De tuinen, die door grachten zijn omgeven, zijn ommuurde terrassen waarin vele waterpartijen voorkomen. Hier had je vroeger de koninklijke baden, lusthoven, botanische tuinen en oude bouwwerken.

Voor het beklimmen van de leeuwenrots hoef je geen olympische atleet te zijn. Een goede basis conditie is voldoende. In totaal loop je over ongeveer 1200 traptreden naar de top van de rots. Toch lopen er plots twee helpers naast mij, zonder iets te vragen. De ene begon mijn arm vast te pakken en de andere legde zijn hand op mijn rug om mij te ondersteunen als ik de trappen opging. Ik ben fysiek in orde en heb een goede conditie om deze inspanning zelfstandig naar boven te doen. Ik vroeg beleefd of men mij niet zou begeleiden. Helaas ze luisterden niet en ze zeiden dat ik mij geen zorgen hoefde te maken, want ik was de koning voor hen. Deze opdringerige helpers willen uiteraard voor hun geleverde diensten betaald worden. Uiteindelijk heb ik ze kunnen afschudden en zijn ze geld gaan vragen aan onze reisleider.

Via een wenteltrap halverwege de klim langs de rotswand bereik je een grot waar je gedetailleerde fresco’s van “wolkenmaagden” kan bewonderen. Je treft hier namelijk binnen op de rotswand beroemde fresco’s met hierop 22 sierlijke meisjes met ontbloot boven lichaam. Dat deze fresco’s vele reizigers weten te verwonderen blijkt uit inscripties die teruggaan tot de 8ste eeuw. Deze inscripties zijn gegraveerd in de zogenaamde spiegelmuur of spiegelwand, buiten net voorbij de fresco’s. Het is een simpele oranje-bruine muur met een beschermende rol aan de buitenkant van het looppad. Het is deze muur waar de vroegere reizigers hun indrukken van de fresco’s op schreven. Helaas zijn er de laatste jaren heel wat andere teksten doorheen gekrast, waardoor het haast onmogelijk is om de oude inscripties te lezen. Deze smalle trap moet zowel mensen omhoog  als mensen omlaag brengen. Opstoppingen zijn dus aan de orde.

Halverwege de klim kun je even uitrusten op een groot plateau en ontdek je meteen waar de naam van deze plek vandaan komt. Hier was ooit een enorme leeuw uit de rots gehakt, maar helaas zijn daar alleen nog de poten van over. Deze kolossale leeuwenpoten kan je zien op dit plateau langs beide kanten van de trap. Vanaf hier is het nog een flinke klim, maar eenmaal boven wordt de inspanning beloond met een geweldig uitzicht. Als je boven bent bevind je je te midden van de indrukwekkende ruïnes en overblijfselen van het oude koningspaleis. Er stond hier vroeger een prachtig paleis, voorzien van mooie tuinen en baden. Ik ervaar op een bepaalde plaats een stevige wind. Ook heb ik hier een grote hagedis zien rondlopen. Het is indrukwekkend om dit allemaal te zien en zeker de moeite waard om de rots te beklimmen. De leeuwenrots is zeker een hoogtepunt tijdens deze reis.

Nadien keer ik langs dezelfde weg via de trappen terug naar beneden. Op een bepaalde plaats zagen we een Sri Lankaanse man in traditionele kledij met een slang rond zijn nek. Hij nodigde ons uit om ook de slang vast te pakken en hij zou ze rond je nek leggen. Enkel de dappersten in de groep hebben de slang rond hun nek laten leggen.

Daarna rijden we met de bus naar een klerenwinkel. Kleding is ook een belangrijk exportartikel van Sri Lanka. In de winkel krijgen we eerst uitleg over de textielindustrie in Sri Lanka, terwijl er iemand een demonstratie geeft van het maken van een stuk textiel door te weven op een weefgetouw. Aan het weefgetouw hangt een bord met afbeeldingen over de levenscyclus van zijderupsen. Het is de rups die de zijdedraad levert en daarna maken mensenhanden er stof van, in elke kleur die je maar kunt bedenken. Zijde is een luxe, glanzende stof. Voor veel mensen in de textielindustrie is het hard werken en dit aan een minimumloon. Na de uitleg kon je in de winkel rondlopen en de kledij passen en kopen. Er zijn in de winkel veel T-shirts met afbeeldingen van een olifant te vinden. De vrouwen hebben hier in de winkel een sarong kunnen aandoen. Een sarong is een wikkel kledingstuk dat door veel vrouwen in Sri Lanka gedragen wordt.

Op weg naar het hotel zien we voor het eerst wilde olifanten langs de weg. De bus vertraagde en reed dan langzaam voorbij een olifant. Dit irriteerde blijkbaar de olifant en ik zag dat hij boos werd. De olifant begon zich dan met volle kracht naar bus te bewegen. Gelukkig reageerde de buschauffeur vlug door direct sneller met de bus te rijden.

Nabij het hotel ligt het Minneriya National park. Ik maak een wandeling langs het meer dat dicht bij het hotel te vinden is. Aan de andere kant van het meer kon je in de verte een groep olifanten zien. Er was een Sri Lankaanse man die mij wel dichter bij de olifanten wou brengen door met zijn boot te varen op dit meer. Ik kon op het meer ook 2 vissers in een boot zien. Ze hebben de netten in het water gelaten. Daarna gaat de ene visser peddelen op het meer. De andere visser slaat verschillende minuten lang met een stok in het water. Hiermee willen ze de vissen laten zwemmen in de richting van hun netten. Nadien zitten ze alle twee in een rubberband op het water. Ze halen vervolgens de netten uit het water en verzamelen zo de gevangen vissen in hun netten.

Colombo

  Ayubowan, zo begroet ik U op de Sri Lankaanse wijze bij het begin van mijn reisverslag. Hierbij wens ik U dan ook zoals in Sri Lanka een l...