De volgende dag
rijden we naar de stad Galle, dat een mooi oud-Nederlands vestingstadje is. Daarnaast
staat de vestingstad bekend als handelsstad van Sri Lanka. Galle werd rond 1640
de hoofdzetel van de Hollanders nadat de Portugezen er verdreven waren. In de
stad valt nog veel te zien van de Nederlandse overheersing in de 17de
en 18de eeuw. In deze tijd was Galle de belangrijkste havenstad van
Sri Lanka en het was ontzettend belangrijk voor de Nederlanders. Daarom werd in
1663 door de Nederlanders een 36 hectare groot fort gebouwd. Het was een
versterkte handelsnederzetting van de Vereenigde Oostindische Compagnie waar
kooplieden en soldaten tijdelijk verbleven. Dit fort heeft tijdens de tsunami
van 26 december 2004 zijn dienst bewezen. Het heeft een groot deel van de stad
beschermd door de golf aanzienlijk af te remmen. In 1796 kwam Galle in handen
van de Engelsen. De vesting is bijzonder goed bewaard gebleven en je waant je
dan ook voor je gevoel terug in de tijd.
Bij onze aankomst
zie ik reeds de stadsomwalling. Vanaf hier aan een nieuwe ingang in de
stadsomwalling zullen we de stad Galle verder te voet gaan verkennen. Deze
nieuwe ingang werd gebouwd tijdens de Britse periode. Net voorbij deze ingang
komen we een groep jongeren tegen die cricket spelen. Officieel is volleybal
hun nationale sport, maar cricket is verreweg in Sri Lanka de populairste
sport.
Nadien wandelen
we naar de klokkentoren, dat een belangrijk icoon is van Fort Galle. De toren
is 25 meter hoog en gebouwd in 1883. De klokkentoren werd ter nagedachtenis aan
dokter Peter Daniel Anthonisz (1822 - 1903) gebouwd. Hij was de eerste arts die
met succes slokdarm en ovariotomiechirurgie in het land uitvoerde. Hij was
vroeger ook lid van de gemeenteraad van Galle.
Vanaf de klokkentoren
loop je naar de hoofdingang van het fort. Vanaf hier zullen we bovenop de muren
van Fort Galle wandelen. Een volledig rondje rondom het fort is ongeveer 4
kilometer. Eerst komen we terecht op het bovenste terras van het Maan bastion. De
verschillende bastions zijn versterkte posities van het fort, die nog steeds
getuigen van de koloniale invloed. Op weg naar het Maan bastion zag ik mooie
beelden staan van soldaten. De metersdikke stadsmuren, de hoge aarden wallen en
de bastions zijn indrukkend. Toen de Britten deze zuidelijke stad veroverden,
werd het fort verder versterkt en vandaag de dag zijn er 14 bastions, die
allemaal ooit een belangrijke rol speelden bij de verdediging van de haven van
Galle tegen veroveringen. Het Maan bastion is gebouwd door de Portugezen. Later
versterkten de Nederlanders het Maan bastion met een sterke basis en
vuurkracht. In 1760 had het bastion 16 kanonnen naar het noorden gericht. Je
kan hier nog steeds de verschillende bronzen kanonnen zien. Op dit specifieke
bastion heb je het onbelemmerde uitzicht op de oceaan en de grote klokkentoren.
Vanaf hier kon ik ook het Galle Internationaal cricket stadium zien, dat aan
twee kanten omzoomd is door de Indische Oceaan.
Ik wandel verder
op de wallen van het fort en bereik het Ster bastion. Dit bastion werd
versterkt met een basis en 17 kanonnen. Dit bastion heette vroeger Zee bastion.
In 1667 werd het echter omgedoopt tot Ster bastion. Hier bevond zich vroeger
ook een gevangenis. Hier kon ik ook een maquette zien van het Fort Galle en de
stadsomwalling. Daarna wandel ik nog een stuk verder naar het Aeolus bastion. Het
bastion is vernoemd naar Aelolus, de Griekse god van de wind, omdat het vaak
blootgesteld wordt aan de wind van de Indische Oceaan. De naam van het bastion
vertaalt zich dus naar “zeebries”. Het is een klein bastion dat vooral gebruikt
werd voor de verdediging van de westelijke kant van het Fort Galle. Er stond
hier een militair en ik vroeg hem of ik naar het platform van dit bastion kon
gaan. Hij schudde met zijn hoofd van links naar recht. Je zou kunnen denken dat
hij neen wil zeggen. In Sri Lanka betekend het schudden van het hoofd van links
naar rechts gek genoeg “Ja” of ”ik heb je begrepen”. Dus ga ik omhoog naar het
platform van dit bastion en hier voel ik wel degelijk de zeewind op mij.
Vervolgens
verlaten we vanaf hier de stadsomwalling. We passeren het hoofdkwartier van het
Gemunu bataljon of legereenheid. Voor de poorten van dit hoofdkwartier zag ik
een militair in uniform de wacht houden. Bij het wandelen in de binnenstad van
Galle voel ik plots een drukkende warmte.
We wandelen
verder naar de Nederlands Gereformeerde “Groote Kerk”, oorspronkelijk gebouwd
in 1640 en herbouwd rond 1755. Deze kerk bevindt zich in het Fort Galle. Het is
de oudste protestantse kerk in Sri Lanka en is nog steeds in gebruik. Het staat
vooral bekend om zijn fascinerende interieur. Dit stukje koloniale architectuur
herbergt interessante overblijfselen als bewijs van zijn lange geschiedenis,
zoals een orgel, preekstoel en prachtig glas-loodwerk. Het is een tweedehands
pijporgel uit Colombo dat hier in 1760 werd geplaatst. De zeshoekige preekstoel
is gemaakt van Maleisisch kalamander hout en lokaal satijnhout. De opvallende
glas in loodramen werden vroeger gebouwd door de Britten. Opvallende
gedenkplaten van voormalige commandanten van Galle herinneren aan de
Nederlandse kolonialisten. De kerk heeft een vloer met daarin diverse
grafstenen. Op sommige grafstenen staan er Nederlandse opschriften. Het zijn oude
Nederlandse begraafplaatsen uit de koloniale tijd. In de vloer merk ik ook
ingewerkte tegels met een wapenschild op.
Buiten zag ik nog
een klein charmant kerkhof met stenen tabletten die stonden langs de buitenmuur
van de kerk. Ook merk ik buiten dat er naast de kerk een toegang is tot
ondergrondse gangen. We verlaten de kerk en de lakenverkoper aan de kerkingang
negeren we met z’n allen.
Tegenover de kerk
staat een belfort waarvan de oorsprong in het begin van de 18de eeuw
ligt. Hier kon ik ook een witte kleine toren zien met een klok in. Deze klok is
later toegevoegd. Toen er in 2004 een grote tsunami Sri Lanka verwoestte, werd
deze klok geplaatst om in het vervolg de mensen te kunnen waarschuwen wanneer
er terug ooit een tsunami komt.
We wandelen langs
een geel gebouw dat het Nationaal Maritiem museum is in Galle. Dit gebouw werd
in 1669 gebouwd als kaneelpakhuis van de Vereenigde Oostindische Compagnie.
Nabij het museum zag ik nog een afgedankte politiebus voor het vervoer van gevangenen.
Daarna komen we met de groep aan op een plein in Galle. Hier zie je eigenlijk
indrukwekkende bomen met lianen.
Daarna wandelen
we naar het Old Dutch Hospital en is één van de oudste gebouwen in het Fort
Galle gebied dat dateert uit het Nederlandse koloniale tijdperk in Sri Lanka.
De Nederlanders richtten het Galle ziekenhuis op om te zorgen voor de
gezondheid van de officieren en ander personeel dat onder de Vereenigde
Oostindische Compagnie diende. Hier werden de zieke en gewonde zeelieden verzorgd.
Het gebouw weerspiegelt de zeventiende-eeuwse Nederlandse koloniale
architectuur en ligt aan de oostkant van het Fort Galle. Het gebouw heeft twee
verdiepingen en de bovenverdieping is te bereiken met een houten trap. Lange
open veranda’s met zuilengalerijen lopen over de lengte van elke vleugel van
het gebouw. Het werd vroeger ook ontworpen om de warmte en de vochtigheid
buiten te houden en een comfortabele omgeving binnen te bieden. In 1850
verbouwden de Britten het hospitaal tot kazerne. Na de onafhankelijkheid van
Sri Lanka werd het gebouw gebruikt als het stadhuis van Galle. Nu is het
verbouwd tot een gezellig centrum waar je kunt winkelen en leuke restaurants
vindt.
Via de
binnenplaats van het Oud Hollands Hospitaalcomplex bereiken we het Aurora
bastion van Fort Galle. Het is vernoemd naar de Romeinse godin Aurora, de godin
van de dageraad. Je hebt vanaf hier een uitzicht op de zee en een strand links
en rechts van het bastion. Tijdens de tijd dat het onder kolonialen in dienst
was, werd aangenomen dat het in 1760 hier 6 kanonnen had. Momenteel kan ik hier
1 kanon zien gericht naar de zee.
Het fort bestaat
uit schattige straatjes met koloniale huizen. In al die oude pandjes zijn nu
kunstgalerieën, hippe winkeltjes, leuke restaurants en boutique hotels
gevestigd. Er stond in een straat een wagen geparkeerd en tegen deze wagen
stonden vele mooie schilderijen met afbeeldingen van olifanten, een
zeeschildpad, een monnik en paalvissers. In een winkel heb ik ook houtsculpturen
gezien van paalvissers. De paalvisser hoort, samen met de tempels, plantages en
olifanten, tot de iconen van Sri Lanka. Het is een traditionele manier van
vissen waarbij mannen op een paal in het water zitten als levende standbeelden.
Doordat de vissers niet van hun plek komen, schrikken ze de vissen niet af. Een
paalvisser in de zee heb ik niet gezien hier in Sri Lanka.
Ik kom hier ook
een oude man tegen die langs de straat houtsculpturen aan het maken was, zoals
houten maskers en sculpturen met een olifantenkop. Een beetje verder op een
strand lagen er veel kleurrijke vissersboten naast elkaar. Er was hier
momenteel weinig activiteit. Het is vandaag een heilige dag waardoor er niet
gewerkt wordt. Eén van de meest bekende feestdagen in Sri Lanka zijn de
boeddhistische feestdagen die Poya worden genoemd. Op zo een Poya dag wordt de
volle maan gevierd en dat betekend dat er iedere maand zo een dag is. Een Poya
dag is een officiële feestdag voor iedereen in Sri Lanka, zoals ik vandaag kon
zien in Galle. De verkoop van vlees en alcohol is verboden op deze feestdagen.
Zo kon ik ook in het hotel vandaag geen alcoholische drank verkrijgen. Er mag
geen alcoholische drank geschonken worden op een Poya dag of tijdens de
festiviteiten van de volle maan, zoals het voorgeschreven is in de wetten van
Sri Lanka.
We verlaten met
de bus Galle en rijden na het middageten naar de Madu Ganga rivier voor een
boottocht op het water. Vandaag zijn er achtentwintig eilanden binnen de
grenzen van de Madu Ganga rivier. We vertrekken op bootsafari om de
natuurpracht in dit mangrovegebied te verkennen en de flora en fauna te
ontdekken. Verborgen tussen takken langs de oever kunnen we een varaan zien.
Hij bleef rustig op zijn tak zitten. Ik heb ook verschillende vogels kunnen
spotten langs de oever of in de lucht. Vooral de ijsvogel heb ik meerdere keren
kunnen zien tijdens de boottocht. Ook een aalscholver met gespreide veren heb
ik op foto kunnen vastleggen. We varen hier met de boot via een smalle doorgang
door een mangrovebos en kwamen uit op een grote wateroppervlakte. Je kan ook
pontons zien op het water van de Madu Ganga rivier. Het zijn eigenlijk kleine
drijvende platforms waar lokale verkopers hun producten aanbieden. Zo verkopen
ze allerlei producten aan toeristen zoals oa kaneel, kokosnoten, fruit, frisdranken,
snacks en souvenirs.
De boot komt aan
bij één van de eilandjes. Hier zullen we meer te weten komen over de
kaneelproductie. Hier op het eiland groeit kaneel. Kaneel is één van de
belangrijkste exportproducten van Sri Lanka en wordt al eeuwenlang verbouwd op
het eiland. De Madu Ganga rivier, die zich uitstrekt over 915 hectare, is één
van de belangrijkste gebieden voor de kaneelteelt. De kaneelproductie op de
eilanden in de Madu Ganga rivier is een traditionele en duurzame activiteit die
de lokale bevolking inkomsten en werkgelegenheid biedt. De kaneelboeren oogsten
de schors van kaneelbomen, die groeien in de vochtige en schaduwrijke
omstandigheden van de mangrovebossen. De boomstam wordt geschild en vervolgens
wordt de binnenste schors gedroogd en gerold tot kaneelstokjes.
Kaneel is een
specerij die wordt verkregen uit de binnenste schors van verschillende
boomsoorten van het geslacht Cinnamomum. Kaneel wordt gebruikt als aromatische
smaakmaker en smaakstof in een breed scala van gerechten. Kaneel heeft echter
ook geneeskrachtige eigenschappen en wordt ook gebruikt als medicijn. Kaneel is
afkomstig van een tropische groenblijvende boom waarvan de delen, de schors of
het blad, voor verschillende doeleinden wordt gebruikt. De kaneelschors van de
boomstam kan na het drogen worden gerold tot kaneelstokjes. De kaneelschors van
de boomstam kan ook gemalen worden tot kaneelpoeder. De kaneelschors of
bladeren van de boom kunnen met stoom gedestilleerd worden tot kaneelolie.
Op het eiland
worden we verwelkomd door een oudere man. Deze man heeft een demonstratie van
hoe de boomstammen geschild worden. Hier laten ze ons verschillende producten zien
die men op basis van kaneel hebben gemaakt, zoals oa kaneelolie en kaneelpoeder.
Op twee opgehangen koorden onder een afdak lagen verschillende gerolde kaneelstokjes
te drogen. Deze kunnen hier 14 dagen blijven hangen.
Op de terugweg
passeren we met de boot een klein rotseiland met een mini tempel en een kleine
boom. Dit is wel een leuk en schattig rotseiland om te zien. Een Sri Lankaan
die hier ook op de rivier vaart toont ons een kleine baby krokodil. Op een
ander plaats langs de oever van de rivier kon je in de bomen weer verschillende
vleermuizen zien hangen. Op het einde van de boottocht varen we nog naar de
monding van de Madu Ganga rivier. Na deze boottocht vertrekken we naar ons
hotel in Ahungalla.
Hier nemen we
afscheid van de gids Manu, chauffeur Jannaka en bijrijder Ravi. Hier eindigt
dan ook de begeleide rondreis. In het hotel in Ahungalla verblijven we nog twee
volledige dagen. Het hotel bevindt zich aan een prachtig strand. In dit all-inclusive
vijfsterrenhotel kunnen we volop genieten van de luxe en het goede leven. Hier
kan je tot rust komen in één van de vele zwembaden en genieten van cocktails
aan de bar. Eveneens is er een groot gastronomisch aanbod en kan je lekker en
uitgebreid eten. Er is in dit hotel ook een uitgebreid animatieprogramma. s’
Avonds kon ik hier een prachtige show zien met veel dans en muziek in
traditionele kostuums uit Sri Lanka.