vrijdag 5 januari 2024

Galle


De volgende dag rijden we naar de stad Galle, dat een mooi oud-Nederlands vestingstadje is. Daarnaast staat de vestingstad bekend als handelsstad van Sri Lanka. Galle werd rond 1640 de hoofdzetel van de Hollanders nadat de Portugezen er verdreven waren. In de stad valt nog veel te zien van de Nederlandse overheersing in de 17de en 18de eeuw. In deze tijd was Galle de belangrijkste havenstad van Sri Lanka en het was ontzettend belangrijk voor de Nederlanders. Daarom werd in 1663 door de Nederlanders een 36 hectare groot fort gebouwd. Het was een versterkte handelsnederzetting van de Vereenigde Oostindische Compagnie waar kooplieden en soldaten tijdelijk verbleven. Dit fort heeft tijdens de tsunami van 26 december 2004 zijn dienst bewezen. Het heeft een groot deel van de stad beschermd door de golf aanzienlijk af te remmen. In 1796 kwam Galle in handen van de Engelsen. De vesting is bijzonder goed bewaard gebleven en je waant je dan ook voor je gevoel terug in de tijd.

Bij onze aankomst zie ik reeds de stadsomwalling. Vanaf hier aan een nieuwe ingang in de stadsomwalling zullen we de stad Galle verder te voet gaan verkennen. Deze nieuwe ingang werd gebouwd tijdens de Britse periode. Net voorbij deze ingang komen we een groep jongeren tegen die cricket spelen. Officieel is volleybal hun nationale sport, maar cricket is verreweg in Sri Lanka de populairste sport.

Nadien wandelen we naar de klokkentoren, dat een belangrijk icoon is van Fort Galle. De toren is 25 meter hoog en gebouwd in 1883. De klokkentoren werd ter nagedachtenis aan dokter Peter Daniel Anthonisz (1822 - 1903) gebouwd. Hij was de eerste arts die met succes slokdarm en ovariotomiechirurgie in het land uitvoerde. Hij was vroeger ook lid van de gemeenteraad van Galle.

Vanaf de klokkentoren loop je naar de hoofdingang van het fort. Vanaf hier zullen we bovenop de muren van Fort Galle wandelen. Een volledig rondje rondom het fort is ongeveer 4 kilometer. Eerst komen we terecht op het bovenste terras van het Maan bastion. De verschillende bastions zijn versterkte posities van het fort, die nog steeds getuigen van de koloniale invloed. Op weg naar het Maan bastion zag ik mooie beelden staan van soldaten. De metersdikke stadsmuren, de hoge aarden wallen en de bastions zijn indrukkend. Toen de Britten deze zuidelijke stad veroverden, werd het fort verder versterkt en vandaag de dag zijn er 14 bastions, die allemaal ooit een belangrijke rol speelden bij de verdediging van de haven van Galle tegen veroveringen. Het Maan bastion is gebouwd door de Portugezen. Later versterkten de Nederlanders het Maan bastion met een sterke basis en vuurkracht. In 1760 had het bastion 16 kanonnen naar het noorden gericht. Je kan hier nog steeds de verschillende bronzen kanonnen zien. Op dit specifieke bastion heb je het onbelemmerde uitzicht op de oceaan en de grote klokkentoren. Vanaf hier kon ik ook het Galle Internationaal cricket stadium zien, dat aan twee kanten omzoomd is door de Indische Oceaan.

Ik wandel verder op de wallen van het fort en bereik het Ster bastion. Dit bastion werd versterkt met een basis en 17 kanonnen. Dit bastion heette vroeger Zee bastion. In 1667 werd het echter omgedoopt tot Ster bastion. Hier bevond zich vroeger ook een gevangenis. Hier kon ik ook een maquette zien van het Fort Galle en de stadsomwalling. Daarna wandel ik nog een stuk verder naar het Aeolus bastion. Het bastion is vernoemd naar Aelolus, de Griekse god van de wind, omdat het vaak blootgesteld wordt aan de wind van de Indische Oceaan. De naam van het bastion vertaalt zich dus naar “zeebries”. Het is een klein bastion dat vooral gebruikt werd voor de verdediging van de westelijke kant van het Fort Galle. Er stond hier een militair en ik vroeg hem of ik naar het platform van dit bastion kon gaan. Hij schudde met zijn hoofd van links naar recht. Je zou kunnen denken dat hij neen wil zeggen. In Sri Lanka betekend het schudden van het hoofd van links naar rechts gek genoeg “Ja” of ”ik heb je begrepen”. Dus ga ik omhoog naar het platform van dit bastion en hier voel ik wel degelijk de zeewind op mij.

Vervolgens verlaten we vanaf hier de stadsomwalling. We passeren het hoofdkwartier van het Gemunu bataljon of legereenheid. Voor de poorten van dit hoofdkwartier zag ik een militair in uniform de wacht houden. Bij het wandelen in de binnenstad van Galle voel ik plots een drukkende warmte.

We wandelen verder naar de Nederlands Gereformeerde “Groote Kerk”, oorspronkelijk gebouwd in 1640 en herbouwd rond 1755. Deze kerk bevindt zich in het Fort Galle. Het is de oudste protestantse kerk in Sri Lanka en is nog steeds in gebruik. Het staat vooral bekend om zijn fascinerende interieur. Dit stukje koloniale architectuur herbergt interessante overblijfselen als bewijs van zijn lange geschiedenis, zoals een orgel, preekstoel en prachtig glas-loodwerk. Het is een tweedehands pijporgel uit Colombo dat hier in 1760 werd geplaatst. De zeshoekige preekstoel is gemaakt van Maleisisch kalamander hout en lokaal satijnhout. De opvallende glas in loodramen werden vroeger gebouwd door de Britten. Opvallende gedenkplaten van voormalige commandanten van Galle herinneren aan de Nederlandse kolonialisten. De kerk heeft een vloer met daarin diverse grafstenen. Op sommige grafstenen staan er Nederlandse opschriften. Het zijn oude Nederlandse begraafplaatsen uit de koloniale tijd. In de vloer merk ik ook ingewerkte tegels met een wapenschild op.

Buiten zag ik nog een klein charmant kerkhof met stenen tabletten die stonden langs de buitenmuur van de kerk. Ook merk ik buiten dat er naast de kerk een toegang is tot ondergrondse gangen. We verlaten de kerk en de lakenverkoper aan de kerkingang negeren we met z’n allen.

Tegenover de kerk staat een belfort waarvan de oorsprong in het begin van de 18de eeuw ligt. Hier kon ik ook een witte kleine toren zien met een klok in. Deze klok is later toegevoegd. Toen er in 2004 een grote tsunami Sri Lanka verwoestte, werd deze klok geplaatst om in het vervolg de mensen te kunnen waarschuwen wanneer er terug ooit een tsunami komt.

We wandelen langs een geel gebouw dat het Nationaal Maritiem museum is in Galle. Dit gebouw werd in 1669 gebouwd als kaneelpakhuis van de Vereenigde Oostindische Compagnie. Nabij het museum zag ik nog een afgedankte politiebus voor het vervoer van gevangenen. Daarna komen we met de groep aan op een plein in Galle. Hier zie je eigenlijk indrukwekkende bomen met lianen.

Daarna wandelen we naar het Old Dutch Hospital en is één van de oudste gebouwen in het Fort Galle gebied dat dateert uit het Nederlandse koloniale tijdperk in Sri Lanka. De Nederlanders richtten het Galle ziekenhuis op om te zorgen voor de gezondheid van de officieren en ander personeel dat onder de Vereenigde Oostindische Compagnie diende. Hier werden de zieke en gewonde zeelieden verzorgd. Het gebouw weerspiegelt de zeventiende-eeuwse Nederlandse koloniale architectuur en ligt aan de oostkant van het Fort Galle. Het gebouw heeft twee verdiepingen en de bovenverdieping is te bereiken met een houten trap. Lange open veranda’s met zuilengalerijen lopen over de lengte van elke vleugel van het gebouw. Het werd vroeger ook ontworpen om de warmte en de vochtigheid buiten te houden en een comfortabele omgeving binnen te bieden. In 1850 verbouwden de Britten het hospitaal tot kazerne. Na de onafhankelijkheid van Sri Lanka werd het gebouw gebruikt als het stadhuis van Galle. Nu is het verbouwd tot een gezellig centrum waar je kunt winkelen en leuke restaurants vindt.

Via de binnenplaats van het Oud Hollands Hospitaalcomplex bereiken we het Aurora bastion van Fort Galle. Het is vernoemd naar de Romeinse godin Aurora, de godin van de dageraad. Je hebt vanaf hier een uitzicht op de zee en een strand links en rechts van het bastion. Tijdens de tijd dat het onder kolonialen in dienst was, werd aangenomen dat het in 1760 hier 6 kanonnen had. Momenteel kan ik hier 1 kanon zien gericht naar de zee.

Het fort bestaat uit schattige straatjes met koloniale huizen. In al die oude pandjes zijn nu kunstgalerieën, hippe winkeltjes, leuke restaurants en boutique hotels gevestigd. Er stond in een straat een wagen geparkeerd en tegen deze wagen stonden vele mooie schilderijen met afbeeldingen van olifanten, een zeeschildpad, een monnik en paalvissers. In een winkel heb ik ook houtsculpturen gezien van paalvissers. De paalvisser hoort, samen met de tempels, plantages en olifanten, tot de iconen van Sri Lanka. Het is een traditionele manier van vissen waarbij mannen op een paal in het water zitten als levende standbeelden. Doordat de vissers niet van hun plek komen, schrikken ze de vissen niet af. Een paalvisser in de zee heb ik niet gezien hier in Sri Lanka.

Ik kom hier ook een oude man tegen die langs de straat houtsculpturen aan het maken was, zoals houten maskers en sculpturen met een olifantenkop. Een beetje verder op een strand lagen er veel kleurrijke vissersboten naast elkaar. Er was hier momenteel weinig activiteit. Het is vandaag een heilige dag waardoor er niet gewerkt wordt. Eén van de meest bekende feestdagen in Sri Lanka zijn de boeddhistische feestdagen die Poya worden genoemd. Op zo een Poya dag wordt de volle maan gevierd en dat betekend dat er iedere maand zo een dag is. Een Poya dag is een officiële feestdag voor iedereen in Sri Lanka, zoals ik vandaag kon zien in Galle. De verkoop van vlees en alcohol is verboden op deze feestdagen. Zo kon ik ook in het hotel vandaag geen alcoholische drank verkrijgen. Er mag geen alcoholische drank geschonken worden op een Poya dag of tijdens de festiviteiten van de volle maan, zoals het voorgeschreven is in de wetten van Sri Lanka.

We verlaten met de bus Galle en rijden na het middageten naar de Madu Ganga rivier voor een boottocht op het water. Vandaag zijn er achtentwintig eilanden binnen de grenzen van de Madu Ganga rivier. We vertrekken op bootsafari om de natuurpracht in dit mangrovegebied te verkennen en de flora en fauna te ontdekken. Verborgen tussen takken langs de oever kunnen we een varaan zien. Hij bleef rustig op zijn tak zitten. Ik heb ook verschillende vogels kunnen spotten langs de oever of in de lucht. Vooral de ijsvogel heb ik meerdere keren kunnen zien tijdens de boottocht. Ook een aalscholver met gespreide veren heb ik op foto kunnen vastleggen. We varen hier met de boot via een smalle doorgang door een mangrovebos en kwamen uit op een grote wateroppervlakte. Je kan ook pontons zien op het water van de Madu Ganga rivier. Het zijn eigenlijk kleine drijvende platforms waar lokale verkopers hun producten aanbieden. Zo verkopen ze allerlei producten aan toeristen zoals oa kaneel, kokosnoten, fruit, frisdranken, snacks en souvenirs.

De boot komt aan bij één van de eilandjes. Hier zullen we meer te weten komen over de kaneelproductie. Hier op het eiland groeit kaneel. Kaneel is één van de belangrijkste exportproducten van Sri Lanka en wordt al eeuwenlang verbouwd op het eiland. De Madu Ganga rivier, die zich uitstrekt over 915 hectare, is één van de belangrijkste gebieden voor de kaneelteelt. De kaneelproductie op de eilanden in de Madu Ganga rivier is een traditionele en duurzame activiteit die de lokale bevolking inkomsten en werkgelegenheid biedt. De kaneelboeren oogsten de schors van kaneelbomen, die groeien in de vochtige en schaduwrijke omstandigheden van de mangrovebossen. De boomstam wordt geschild en vervolgens wordt de binnenste schors gedroogd en gerold tot kaneelstokjes.

Kaneel is een specerij die wordt verkregen uit de binnenste schors van verschillende boomsoorten van het geslacht Cinnamomum. Kaneel wordt gebruikt als aromatische smaakmaker en smaakstof in een breed scala van gerechten. Kaneel heeft echter ook geneeskrachtige eigenschappen en wordt ook gebruikt als medicijn. Kaneel is afkomstig van een tropische groenblijvende boom waarvan de delen, de schors of het blad, voor verschillende doeleinden wordt gebruikt. De kaneelschors van de boomstam kan na het drogen worden gerold tot kaneelstokjes. De kaneelschors van de boomstam kan ook gemalen worden tot kaneelpoeder. De kaneelschors of bladeren van de boom kunnen met stoom gedestilleerd worden tot kaneelolie.

Op het eiland worden we verwelkomd door een oudere man. Deze man heeft een demonstratie van hoe de boomstammen geschild worden. Hier laten ze ons verschillende producten zien die men op basis van kaneel hebben gemaakt, zoals oa kaneelolie en kaneelpoeder. Op twee opgehangen koorden onder een afdak lagen verschillende gerolde kaneelstokjes te drogen. Deze kunnen hier 14 dagen blijven hangen.

Op de terugweg passeren we met de boot een klein rotseiland met een mini tempel en een kleine boom. Dit is wel een leuk en schattig rotseiland om te zien. Een Sri Lankaan die hier ook op de rivier vaart toont ons een kleine baby krokodil. Op een ander plaats langs de oever van de rivier kon je in de bomen weer verschillende vleermuizen zien hangen. Op het einde van de boottocht varen we nog naar de monding van de Madu Ganga rivier. Na deze boottocht vertrekken we naar ons hotel in Ahungalla.

Hier nemen we afscheid van de gids Manu, chauffeur Jannaka en bijrijder Ravi. Hier eindigt dan ook de begeleide rondreis. In het hotel in Ahungalla verblijven we nog twee volledige dagen. Het hotel bevindt zich aan een prachtig strand. In dit all-inclusive vijfsterrenhotel kunnen we volop genieten van de luxe en het goede leven. Hier kan je tot rust komen in één van de vele zwembaden en genieten van cocktails aan de bar. Eveneens is er een groot gastronomisch aanbod en kan je lekker en uitgebreid eten. Er is in dit hotel ook een uitgebreid animatieprogramma. s’ Avonds kon ik hier een prachtige show zien met veel dans en muziek in traditionele kostuums uit Sri Lanka. 

Colombo

  Ayubowan, zo begroet ik U op de Sri Lankaanse wijze bij het begin van mijn reisverslag. Hierbij wens ik U dan ook zoals in Sri Lanka een l...